De Politieke Dienst van de Nijmeegse politie
Stap voor stap werden de Joodse inwoners uitgesloten, ingeperkt en regelmatig zomaar opgepakt en weggevoerd.
‘Joden moeten een Jodenster dragen. Joden moeten hun fietsen afgeven. Joden mogen niet in de tram. Joden mogen niet meer in auto’s rijden. Joden mogen alleen van 3-5 uur boodschappen doen en alleen in Joodse winkels, waar ‘Joods lokaal’ op staat.’
Anne Frank, 20 juni 1942
Stap voor stap worden Joden na de Duitse bezetting in Nederland buitengesloten. Vanaf 1941 verschijnen in openbare gelegenheden overal borden met de tekst: Voor Joden verboden. In Nijmegen werden tussen begin augustus en eind november 1942 4 razzia's gehouden waarbij grote groepen Joodse inwoners werden opgepakt. Los van die razzia's werden joden opgepakt omdat ze een van de door de nazi's opgestelde regels hadden overtreden of omdat ze willekeurig slachtoffer werden van vervolgingswaan.
Voor de jodenjacht stelde de SS-er Antoine van Dijk, in september 1941 tot commandant benoemd van het Nijmeegse politiekorps, een aparte afdeling in, de "Politieke Dienst" genoemd, die uitsluitend fanatieke NSB-ers en overtuigde Nazi's zou herbergen zoals J.W.(Johannes) van Elferen, Willem Kaal, J.A.(Jacob) de Ruiter, Marinus Verstappen, G.W.(Willem) Wanders en A.H.(Anton) Wiebe.
35 Nijmegenaren werden vermoord nadat ze op deze manier in 1942/begin 1943 waren opgepakt en gedeporteerd.
Zie onder andere: Anne Frank Huis