Julius(Israel) Cohen vestigde zich op 22-08-1927 in Nijmegen, komende uit Utrecht. Hij was getrouwd met Marie-Louise Constant, die katholiek was. Zij kregen zes kinderen, die katholiek gedoopt werden. Op 10 mei 1942 is hij als joodop het Politiebureau in Nijmegen gearresteerd. Julius had begrepen dat hij geen ster hoefde te dragen omdat hij getrouwd was met een katholieke vrouw en zijn kinderen gedoopt waren. Het niet dragen van de ster werd echter aangegrepen om hem te arresteren. Via Arnhem werd hij naar Scheveningen getransporteerd en vandaar naar Auschwitz, waar hij werd omgebracht.

Zijn oudste zonen: Herman, Maup en Jacques, doken uit vrees voor arrestatie onder; Jacques bij de verzetsman Norbert van Stokkum die later ook in een concentratiekamp is omgebracht. Alle zes de kinderen overleefden de oorlog.

De 72-jarige moeder van Julius, Melanie Seraphine Cohen-Hoffmann, die met haar zonen Jakob (Jaap) en Wilhelm op de Willemsweg 83 woonde, werd tijdens de grote razzia van 17 november opgepakt (zie elders op de site). Net als haar wonende twee zonen en de bij haar logerende kleinzoon Herman (zoon van Maurits Cohen uit Rotterdam) is ze in Auschwitz vermoord. Na de bevrijding melden zich twee familieleden bij het Centraal Registratiebureau voor Joden als wonend bij hun tante Marie Constant aan de Groenestraat. Het gaat om Anna Simone Cohen ( 14 januari 1910) en Guusje Cohen (1930).

Bronnen: Er staat een foto van zijn gezin en van hemzelf met twee van zijn zonen op Joods monument; www.oorloginnijmegen.nl; OGS, ged.boek 8; PK; collectie Bart Janssen met foto's Zie ook: Bart Janssen, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 blz 345 ev.