1940
-
-
-
-
1941
-
-
-
-
1942
-
-
-
-
1943
-
-
-
-
1944
-
-
-
-
1945
-
-
-
-
> 1945
-
-
-
-

Jodenvervolging

1942-1944

overlijdensadvertentie van Frieda Prins-Simons

Gedenkplaat Kitty de Wijzeplaats

Mozes Prins

 

Mozes Prins (geboren 1894) vestigde zich op 26 augustus 1936 in Nijmegen, komende vanuit Tilburg. Van beroep was hij grossier in modeartikelen. Hij was gehuwd met Frieda Frouke Simons (geboren 1902); het echtpaar had twee dochters, Caroline (geboren 1924) en Judith (geboren 1928). Het gezin woonde op de Voorstadslaan 335 in Nijmegen.
 
In februari 1942 overleed moeder Frieda op 39-jarige leeftijd na een kortstondige ziekte. Op 17 september 1942 werden beide dochters en hun vader opgepakt en overgebracht naar Westerbork. Vandaar vertrok op 18 september 1942 een transport met vader Mozes en op 20 september 1942 transport nr. 20 met Judith en Caroline, beiden  naar Auschwitz. De dochters van 14 en 18 jaar werden meteen na aankomst vergast (21 september 1942);  vader Mozes kwam vier maanden later in Mauthausen om het leven (27 januari 1943). 
 
Bronnen: Joods monumentOGS : Gedenkboek 25; PK; G. Luijters, In Memoriam, p.178-183. 

 

Persoongegevens

Overlijdensgegevens

Naam:
M. Prins
Voornamen:
Mozes
Roepnaam:
Geslacht:
Man
Nationaliteit:
Nederlandse
Geloof:
Nederlands-Israelitisch
Beroep:
grossier in modeartikelen
Burgerlijke staat:
gehuwd
Adres:
Voorstadslaan 335
Woonplaats:
Nijmegen
 
Geboortedatum:
10-03-1894
Geboortedatum toevoeging:
Geboorteplaats:
Den Bosch
Datum:
27-01-1943
Datum toevoeging:
Leeftijd:
48 jaar

Plaats:
Mauthausen (O)
Locatie:
concentratiekamp
Begraafplaats:
Omstandigheid:
-onbekend-
 
Categorie:
Burgers: Joden
Dossiernummer:

Vervolgingsslachtoffers

Van juli 1942 tot september 1943 werd er systematische jacht gemaakt op joden. Zij werden gedeporteerd naar Westerbork of Vught en van daaruit tot medio september 1944 merendeels naar de vernietigingskampen. Alleen al op 27 november 1942 werden ca. 90 Nijmeegse joden in Auschwitz vergast. Tussen maart en juli 1943 werden in Sobibor 78 Nijmeegse joden omgebracht. In totaal zijn er meer dan 400 Nijmeegse joden in kampen en gaskamers  vermoord. Er zijn ca. 100 treintransporten gebruikt -- ±70 naar Auschwitz, ±20 naar Sobibor en ±10 naar Theresienstadt of Bergen-Belsen -- om de joden te vernietigen.

 De systematiek in de Vernichtungslager was als volgt: direct na aankomst van elke trein uit Westerbork werden de kinderen met hun moeders - om ze rustig te houden -, de vijftigplussers en de zieken-en-zwakken naar de "doucheruimtes" (lees:gaskamers) gedreven. De overgebleven mannen en vrouwen werden van een kampnummer voorzien en als slavenarbeiders afgebeuld tot de dood erop volgde, al of niet in de gaskamers.

Voor 'begraaflocatie' moet in de meeste gevallen gelezen worden: 'asput in...'  Alle hier vermelde aantallen joden, levend of dood, zijn op serieus onderzoek gebaseerd, maar geen onderzoeker pretendeert in dezen precieze aantallen te kunnen geven. De aantallen zijn naar beste kunnen en weten. Het Vernichtungslager Sobibor is na de gevangenenopstand in oktober 1943 met de grond gelijk gemaakt en zo veel mogelijk bewijsmateriaal over het bestaan van Sobibor is door de SS vernietigd. Auschwitz is bij de nadering van het Russische Rode Leger door de SS vanaf november '44 geleidelijk buiten gebruik gesteld: de gaskamers werden gesloten en opgeblazen, zoveel mogelijk joden werden weg gevoerd en/of vermoord, bewijsmateriaal werd verbrand. In januari '45 trok het Rode Leger het kamp in.

Van 1931 tot 1939 steeg het aantal joodse ingezetenen in Nijmegen van 462 naar 553. Van 544 in 1940 daalde het aantal tot 26 in 1945( gegevens Nat. Bevrijdingsmuseum Groesbeek). Voor de jodenjacht stelde de SS-er Antoine van Dijk, in september 1941 tot commandant benoemd van het Nijmeegse politiekorps, een aparte afdeling in, de "Politieke Dienst" genoemd, die uitsluitend fanatieke NSB-ers en overtuigde Nazi's zou herbergen zoals J.W.(Johannes) van Elferen, Willem Kaal, J.A.(Jacob) de Ruiter, Marinus Verstappen, G.W.(Willem) Wanders en A.H.(Anton) Wiebe. Voor elke gevangen jood kregen ze een premie, variërend van 7 tot 40 gulden. Van Dijk werd door het verzet geliquideerd. Zijn functie werd over genomen door de SS'er Johannes van Aperen. De  jodenjagers zijn na de oorlog voor hun misdaden berecht.

Zie Frank M. Eliëns, Nijmegen tussen bezetting en bevrijding, Zaltbommel 1995, p. 48 -68 ( met namenlijst van de omgebrachte joden en toelichting); Jozeph Michman e.a., Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, Antwerpen-Amsterdam 1985, p. 171-210, 477-482;   H.D. van den Bergh, Onse Joeden: Nijmegen en de geschiedenis van haar joden, Zaltbommel 2002; G.Thuring, Ereveld Vredehof, Groesbeek 2010, p. 36; www.joodsmonument.nl ; Ad van Liempt e.a., Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie, Amsterdam 2011 [zie onder de bovengenoemde namen van de politiemannen]; Brandpunt TV 2 okt. 2011: "De Jodenjagers van Nijmegen"; Guus Luijters en Aline Pennewaard, In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen, Amsterdam 2012 (met alfabetisch namenregister, onderverdeling in genummerde transporttreinen en foto's van de slachtoffers), aanvullingen en correcties in Addendum, Amsterdam 2012; Lennert Savenije, "In dienst van de Nieuwe Orde? De Nijmeegse gemeentepolitie onder hoofdcommissaris A.J.M. van Dijk(1941-1943)" in: Jaarboek Numaga 2012,p.63-80

Van juli 1942 tot september 1943 werd er systematische jacht gemaakt op joden. Zij werden gedeporteerd naar Westerbork of Vught en van daaruit tot medio september 1944 merendeels naar de vernietigingskampen. Alleen al op 27 november 1942 werden ca. 90 Nijmeegse joden in Auschwitz vergast. Tussen maart en juli 1943 werden in Sobibor 78 Nijmeegse joden omgebracht. In totaal zijn er meer dan 400 Nijmeegse joden in kampen en gaskamers  vermoord. Er zijn ca. 100 treintransporten gebruikt -- ±70 naar Auschwitz, ±20 naar Sobibor en ±10 naar Theresienstadt of Bergen-Belsen -- om de joden te vernietigen.

 De systematiek in de Vernichtungslager was als volgt: direct na aankomst van elke trein uit Westerbork werden de kinderen met hun moeders - om ze rustig te houden -, de vijftigplussers en de zieken-en-zwakken naar de "doucheruimtes" (lees:gaskamers) gedreven. De overgebleven mannen en vrouwen werden van een kampnummer voorzien en als slavenarbeiders afgebeuld tot de dood erop volgde, al of niet in de gaskamers.

Voor 'begraaflocatie' moet in de meeste gevallen gelezen worden: 'asput in...'  Alle hier vermelde aantallen joden, levend of dood, zijn op serieus onderzoek gebaseerd, maar geen onderzoeker pretendeert in dezen precieze aantallen te kunnen geven. De aantallen zijn naar beste kunnen en weten. Het Vernichtungslager Sobibor is na de gevangenenopstand in oktober 1943 met de grond gelijk gemaakt en zo veel mogelijk bewijsmateriaal over het bestaan van Sobibor is door de SS vernietigd. Auschwitz is bij de nadering van het Russische Rode Leger door de SS vanaf november '44 geleidelijk buiten gebruik gesteld: de gaskamers werden gesloten en opgeblazen, zoveel mogelijk joden werden weg gevoerd en/of vermoord, bewijsmateriaal werd verbrand. In januari '45 trok het Rode Leger het kamp in.

Van 1931 tot 1939 steeg het aantal joodse ingezetenen in Nijmegen van 462 naar 553. Van 544 in 1940 daalde het aantal tot 26 in 1945( gegevens Nat. Bevrijdingsmuseum Groesbeek). Voor de jodenjacht stelde de SS-er Antoine van Dijk, in september 1941 tot commandant benoemd van het Nijmeegse politiekorps, een aparte afdeling in, de "Politieke Dienst" genoemd, die uitsluitend fanatieke NSB-ers en overtuigde Nazi's zou herbergen zoals J.W.(Johannes) van Elferen, Willem Kaal, J.A.(Jacob) de Ruiter, Marinus Verstappen, G.W.(Willem) Wanders en A.H.(Anton) Wiebe. Voor elke gevangen jood kregen ze een premie, variërend van 7 tot 40 gulden. Van Dijk werd door het verzet geliquideerd. Zijn functie werd over genomen door de SS'er Johannes van Aperen. De  jodenjagers zijn na de oorlog voor hun misdaden berecht.

Zie Frank M. Eliëns, Nijmegen tussen bezetting en bevrijding, Zaltbommel 1995, p. 48 -68 ( met namenlijst van de omgebrachte joden en toelichting); Jozeph Michman e.a., Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, Antwerpen-Amsterdam 1985, p. 171-210, 477-482;   H.D. van den Bergh, Onse Joeden: Nijmegen en de geschiedenis van haar joden, Zaltbommel 2002; G.Thuring, Ereveld Vredehof, Groesbeek 2010, p. 36; www.joodsmonument.nl ; Ad van Liempt e.a., Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie, Amsterdam 2011 [zie onder de bovengenoemde namen van de politiemannen]; Brandpunt TV 2 okt. 2011: "De Jodenjagers van Nijmegen"; Guus Luijters en Aline Pennewaard, In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen, Amsterdam 2012 (met alfabetisch namenregister, onderverdeling in genummerde transporttreinen en foto's van de slachtoffers), aanvullingen en correcties in Addendum, Amsterdam 2012; Lennert Savenije, "In dienst van de Nieuwe Orde? De Nijmeegse gemeentepolitie onder hoofdcommissaris A.J.M. van Dijk(1941-1943)" in: Jaarboek Numaga 2012,p.63-80

Lees meer




Voor andere personen bij deze gebeurtenis kies:

Vervolgingsslachtoffers

Meer dan een naam dankzij u. Heeft u informatie over of foto’s van personen op deze site, stuur deze dan naar ons via contact.