Engelina Seemer-de Leeuw
Engelina Seemer-de Leeuw was in 1885 in Tiel getrouwd met Meijer Seemer. Zij waren neef en nicht. Meijer was van beroep eerste violist en concertmeester van het Concertgebouworkest in Amsterdam. Zij kregen drie kinderen, de oudste dochter Cato overleed vlak voor de oorlog uitbrak. Meijer was al in 1918 overleden.
Engelina was tijdens de oorlog in Nijmegen ondergedoken bij A. Peeters aan de Broerdijk en overleed op haar onderduikadres waar zij met haar twee dochters verbleef. Zij werd in de tuin van het onderduikadres begraven. Na de oorlog werd ze herbegraven op de joodse begraafplaats in Diemen.
De drie vrouwen zaten eigenlijk ondergedoken bij B. Moonen, misschien toen op Broerdijk 18, die eerder in dat huis op de Broerdijk woonde, hoogstwaarschijnlijk Broerdijk 24. Moonen verhuisde naar Amsterdam en de vrouwen bleven toen bij de nieuwe bewoner, Peeters, die hen later verried. Henrica of Elisabeth was procuratiehoudster geweest bij Moonen.
Haar twee dochters, Hendrina en Elisabeth moesten vertrokken en doken onder bij de ouders van Arnoldus Hildebrand, Sparrestraat 5. Arnoldus zelf woonde op nr 11. Peeters gaf het nieuwe onderduikadres door aan de politie. Zij werden op 13 februari 1943 opgepakt. In samenhang hiermee werden op diezelfde dag ook het ondergedoken echtpaar Jacob en Leentje Levitus-Cohen opgepakt en een aantal onderduikgevers, ook A. Peeters, hoewel hij lid van de NSB was.
Bronnen: Joods monument; www.oorloginnijmegen.nl - De onderduik, Joden van elders die in Nijmegen onderdoken blz 7.
Persoongegevens
Overlijdensgegevens
Nationaliteit:
Nederlandse
Geloof:
Nederlands-Israelitisch
Burgerlijke staat:
weduwe
Geboortedatum:
05-06-1859
Geboortedatum toevoeging:
Begraafplaats:
tuin onderduikadres
Categorie:
Burgers: Joden