1940
-
-
-
-
1941
-
-
-
-
1942
-
-
-
-
1943
-
-
-
-
1944
-
-
-
-
1945
-
-
-
-
> 1945
-
-
-
-

Jodenvervolging

1941-1943

Graf van G.A.M.A. Rothe-Jacobi op Rustoord

Detail graf van G.A.M.A. Rothe-Jacobi op Rustoord

Gertraud Anna Marie Adelheid Rothe-Jacobi

 

Gertraud Jacobi was een dochter van Alfred Gustav Ludwig Jacobi en van Frieda Helena Lüdeke. Zij trouwde op 29 september 1934 in Berlijn met Walter Gabriel Hirsch Rothe, ingenieur bouwkunde van beroep. Het echtpaar vestigde zich in 1934 in Amsterdam. In 1938 vestigde ook Elsa Rothe-Meijer - moeder van Walther - zich in Amsterdam, komende vanuit Berlijn. In 1940 vestigden zij zich alle drie in Zandvoort aan de Br. Engelbertsstraat 107.

Vanwege de dreiging vanuit Engeland werd een richtlijn uitgevaardigd door Secretaris Generaal Tenkink dat vluchtelingen de kustgebieden moesten verlaten (kustgebied moest ruim worden opgevat). 4 september 1940 werd het bevel gegeven in een circulaire van Tenkink, SG van Justitie waarin vertrek vóór 9 september 1940 werd bevolen aan o.a. niet-ariërs van Duitse nationaliteit, daaronder begrepen personen zonder nationaliteit die vroeger de Duitse nationaliteit bezaten, personen van Duitse nationaliteit die Duitsland om politieke redenen hebben verlaten. 

Gertraud, haar man en haar schoonmoeder moesten als gevolg van dit bevel Zandvoort verlaten en vertrokken naar Nijmegen. Elsa Rothe-Meijer vond huisvesting in de van Slichtenhorsstraat 22 en het echtpaar Rothe-Jacobi in de Stijn Buysstraat 47. Gertraud en haar man behoorden tot de categorie gemengd gehuwden (zie www.oorloginnijmegen.nl). Vanaf augustus 1941 is van geen van drieen een woonadres bekend. Vermoedelijk waren zij allen ondergedoken.

Gertraud kon niet tegen de enorme spanning rond de vervolging van de joden in Nijmegen, en benam zichzelf het leven. Zij ligt begraven op Rustoord. Haar kinderen 5, 7 en 9 jaar oud werden na haar dood beschouwd als zijnde Joods en moesten onderduiken. Walter en de kinderen vonden onderduikadressen in Friesland en hebben de oorlog overleefd. Hij staat vermeld als verhuisd naar Zandvoort op 15 december 1945. Walters moeder Elsa Rothe-Meijer is 30 april 1943 in vernietigingskamp Sobibor vermoord.

Bronnen: www.oorloginnijmegen.nl; PK. Gertraud Rothe-Jacobi staat niet vermeld op het Joods Monument en ook niet in het register van de Oorlogsgravenstichting.

 

Persoongegevens

Overlijdensgegevens

Naam:
G.A.M.A. Rothe-Jacobi
Voornamen:
Gertraud Anna Marie Adelheid
Roepnaam:
Geslacht:
Vrouw
Nationaliteit:
Statenloos
Geloof:
Vrij Evangelische Gemeente
Beroep:
zonder
Burgerlijke staat:
gehuwd
Adres:
Dr. Jan Berendsstraat 82
Woonplaats:
Nijmegen
 
Geboortedatum:
22-01-1908
Geboortedatum toevoeging:
Geboorteplaats:
Steglitz (D)
Datum:
01-04-1944
Datum toevoeging:
Leeftijd:
36 jaar

Plaats:
Nijmegen
Locatie:
Begraafplaats:
Bpl. Rustoord, Nijmegen, varens-tongvaren-24
Omstandigheid:
zelfmoord
 
Categorie:
Burgers
Dossiernummer:

Gezondheidszorg voor Joodse Nijmegenaren

Joodse artsen en verpleegkundigen werden ontslagen bij de reguliere ziekenhuizen en inrichtingen en patiënten mochten er niet meer behandeld worden of verblijven. De Joodse gemeenschap werd teruggeworpen op de eigen voorzieningen of moest provisorische ziekenhuizen inrichten om voor de zieken te zorgen.

Voor de geestelijke gezondheidszorg was er ‘Het Apeldoornse Bos’ waar verschillende Nijmegenaren waren ondergebracht. Van daaruit werden zij naar de vernietigingskampen op transport gesteld.

De zieken die in Nijmegen waren kregen in sommige gevallen vrijstelling van transport naar Westerbork, een zogenaamde ‘Krankensperre’. Later werden deze ‘Sperren’ weer ingetrokken en werden ook de zieken afgevoerd waarna een aantal van hen in Westerbork of in een ziekenhuis hun aandoeningen overleden.

Een aantal mensen verkoos om zelf een einde aan hun leven te maken vanwege de omstandigheden en het vooruitzicht.

Voor meer informatie over 'Krankensperren': Oorlog in Nijmegen

Bron foto: Collectie Joods Historisch Museum, Amsterdam, collectie Jaap van Velzen 00002507 (prentbriefkaart, fotografie), prentbriefkaart,

Joodse artsen en verpleegkundigen werden ontslagen bij de reguliere ziekenhuizen en inrichtingen en patiënten mochten er niet meer behandeld worden of verblijven. De Joodse gemeenschap werd teruggeworpen op de eigen voorzieningen of moest provisorische ziekenhuizen inrichten om voor de zieken te zorgen.

Voor de geestelijke gezondheidszorg was er ‘Het Apeldoornse Bos’ waar verschillende Nijmegenaren waren ondergebracht. Van daaruit werden zij naar de vernietigingskampen op transport gesteld.

De zieken die in Nijmegen waren kregen in sommige gevallen vrijstelling van transport naar Westerbork, een zogenaamde ‘Krankensperre’. Later werden deze ‘Sperren’ weer ingetrokken en werden ook de zieken afgevoerd waarna een aantal van hen in Westerbork of in een ziekenhuis hun aandoeningen overleden.

Een aantal mensen verkoos om zelf een einde aan hun leven te maken vanwege de omstandigheden en het vooruitzicht.

Voor meer informatie over 'Krankensperren': Oorlog in Nijmegen

Bron foto: Collectie Joods Historisch Museum, Amsterdam, collectie Jaap van Velzen 00002507 (prentbriefkaart, fotografie), prentbriefkaart,

Lees meer




Voor andere personen bij deze gebeurtenis kies:

Gezondheidszorg voor Joodse Nijmegenaren

Meer dan een naam dankzij u. Heeft u informatie over of foto’s van personen op deze site, stuur deze dan naar ons via contact.