1940
-
-
-
-
1941
-
-
-
-
1942
-
-
-
-
1943
-
-
-
-
1944
-
-
-
-
1945
-
-
-
-
> 1945
-
-
-
-

Jodenvervolging

1942-1944

Kaart uit Cartotheek voorzijde

Kaart uit Cartotheek achterzijde

Scan document kamp Vught

Overlijdensakte H. Moszkowicz

Hadas(s)a Moszkowicz

 

De 19-jarige  Hadasa was de jongste in Polen geboren dochter in het Pools-joodse gezin  van Szyja Moszkowicz en Zysie Moszkowicz-Rafalowicz, dat tijdens de oorlog in de Vechtstraat  161 II in Amsterdam woonde tot Hadasa in november 1943 werd afgevoerd naar Westerbork (Bevolkingsregister Amsterdam).
 
Op de website van Yad Vashem staat vermeld dat ze volgens de ene getuige op 15-jarige leeftijd vermoord werd en volgens de andere getuige (="her cousin") in 1944 in Auschwitz. Volgens de OGS en www.joodsmonument.nl is zij echter op 4 juli 1945 op 19-jarige leeftijd in Nijmegen overleden en er vervolgens begraven op de Ned.Isr. Begraafplaats in Nijmegen, graf 22-3.   
 
Een mogelijke verklaring is dat deze geboren Poolse jodin na het einde van de oorlog verzwakt of ziek uit een concentratiekamp terugkeerde naar Nederland, maar in Nijmegen aangekomen alsnog op haar verjaardag gestorven en begraven is. Haar moeder en haar broer Boruch zijn in 1943 in Sobibor om het leven gebracht. Haar vader is zes dagen na de bevrijding van Buchenwald door de Amerikanen in Buchenwald gestorven. 

Bron: OGS; www.joodsmonument.nl; www.yadvashem.org ; www.wikipedia.de : Buchenwald;  e-mail Rob Essers 16 okt.2012 met personalia en uittreksel bevolkingsregister Amsterdam; e-mail Fokke Zwaan 5 okt.2016

 

Persoongegevens

Overlijdensgegevens

Naam:
H. Moszkowicz
Voornamen:
Hadas(s)a
Roepnaam:
Geslacht:
Vrouw
Nationaliteit:
-onbekend-
Geloof:
Nederlands-Israelitisch
Beroep:
Burgerlijke staat:
ongehuwd
Adres:
Woonplaats:
Amsterdam
 
Geboortedatum:
04-07-1926
Geboortedatum toevoeging:
Geboorteplaats:
Wloclawek (Pl.)
Datum:
04-07-1945
Datum toevoeging:
Leeftijd:
19 jaar

Plaats:
Nijmegen
Locatie:
Nijmegen, Canisius ziekenhuis
Begraafplaats:
Ned.Israelitische begraafplaats, Nijmegen 22-3
Omstandigheid:
overleden
 
Categorie:
Burgers: Joden
Dossiernummer:

Vervolgingsslachtoffers

Van juli 1942 tot september 1943 werd er systematische jacht gemaakt op joden. Zij werden gedeporteerd naar Westerbork of Vught en van daaruit tot medio september 1944 merendeels naar de vernietigingskampen. Alleen al op 27 november 1942 werden ca. 90 Nijmeegse joden in Auschwitz vergast. Tussen maart en juli 1943 werden in Sobibor 78 Nijmeegse joden omgebracht. In totaal zijn er meer dan 400 Nijmeegse joden in kampen en gaskamers  vermoord. Er zijn ca. 100 treintransporten gebruikt -- ±70 naar Auschwitz, ±20 naar Sobibor en ±10 naar Theresienstadt of Bergen-Belsen -- om de joden te vernietigen.

 De systematiek in de Vernichtungslager was als volgt: direct na aankomst van elke trein uit Westerbork werden de kinderen met hun moeders - om ze rustig te houden -, de vijftigplussers en de zieken-en-zwakken naar de "doucheruimtes" (lees:gaskamers) gedreven. De overgebleven mannen en vrouwen werden van een kampnummer voorzien en als slavenarbeiders afgebeuld tot de dood erop volgde, al of niet in de gaskamers.

Voor 'begraaflocatie' moet in de meeste gevallen gelezen worden: 'asput in...'  Alle hier vermelde aantallen joden, levend of dood, zijn op serieus onderzoek gebaseerd, maar geen onderzoeker pretendeert in dezen precieze aantallen te kunnen geven. De aantallen zijn naar beste kunnen en weten. Het Vernichtungslager Sobibor is na de gevangenenopstand in oktober 1943 met de grond gelijk gemaakt en zo veel mogelijk bewijsmateriaal over het bestaan van Sobibor is door de SS vernietigd. Auschwitz is bij de nadering van het Russische Rode Leger door de SS vanaf november '44 geleidelijk buiten gebruik gesteld: de gaskamers werden gesloten en opgeblazen, zoveel mogelijk joden werden weg gevoerd en/of vermoord, bewijsmateriaal werd verbrand. In januari '45 trok het Rode Leger het kamp in.

Van 1931 tot 1939 steeg het aantal joodse ingezetenen in Nijmegen van 462 naar 553. Van 544 in 1940 daalde het aantal tot 26 in 1945( gegevens Nat. Bevrijdingsmuseum Groesbeek). Voor de jodenjacht stelde de SS-er Antoine van Dijk, in september 1941 tot commandant benoemd van het Nijmeegse politiekorps, een aparte afdeling in, de "Politieke Dienst" genoemd, die uitsluitend fanatieke NSB-ers en overtuigde Nazi's zou herbergen zoals J.W.(Johannes) van Elferen, Willem Kaal, J.A.(Jacob) de Ruiter, Marinus Verstappen, G.W.(Willem) Wanders en A.H.(Anton) Wiebe. Voor elke gevangen jood kregen ze een premie, variërend van 7 tot 40 gulden. Van Dijk werd door het verzet geliquideerd. Zijn functie werd over genomen door de SS'er Johannes van Aperen. De  jodenjagers zijn na de oorlog voor hun misdaden berecht.

Zie Frank M. Eliëns, Nijmegen tussen bezetting en bevrijding, Zaltbommel 1995, p. 48 -68 ( met namenlijst van de omgebrachte joden en toelichting); Jozeph Michman e.a., Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, Antwerpen-Amsterdam 1985, p. 171-210, 477-482;   H.D. van den Bergh, Onse Joeden: Nijmegen en de geschiedenis van haar joden, Zaltbommel 2002; G.Thuring, Ereveld Vredehof, Groesbeek 2010, p. 36; www.joodsmonument.nl ; Ad van Liempt e.a., Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie, Amsterdam 2011 [zie onder de bovengenoemde namen van de politiemannen]; Brandpunt TV 2 okt. 2011: "De Jodenjagers van Nijmegen"; Guus Luijters en Aline Pennewaard, In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen, Amsterdam 2012 (met alfabetisch namenregister, onderverdeling in genummerde transporttreinen en foto's van de slachtoffers), aanvullingen en correcties in Addendum, Amsterdam 2012; Lennert Savenije, "In dienst van de Nieuwe Orde? De Nijmeegse gemeentepolitie onder hoofdcommissaris A.J.M. van Dijk(1941-1943)" in: Jaarboek Numaga 2012,p.63-80

Van juli 1942 tot september 1943 werd er systematische jacht gemaakt op joden. Zij werden gedeporteerd naar Westerbork of Vught en van daaruit tot medio september 1944 merendeels naar de vernietigingskampen. Alleen al op 27 november 1942 werden ca. 90 Nijmeegse joden in Auschwitz vergast. Tussen maart en juli 1943 werden in Sobibor 78 Nijmeegse joden omgebracht. In totaal zijn er meer dan 400 Nijmeegse joden in kampen en gaskamers  vermoord. Er zijn ca. 100 treintransporten gebruikt -- ±70 naar Auschwitz, ±20 naar Sobibor en ±10 naar Theresienstadt of Bergen-Belsen -- om de joden te vernietigen.

 De systematiek in de Vernichtungslager was als volgt: direct na aankomst van elke trein uit Westerbork werden de kinderen met hun moeders - om ze rustig te houden -, de vijftigplussers en de zieken-en-zwakken naar de "doucheruimtes" (lees:gaskamers) gedreven. De overgebleven mannen en vrouwen werden van een kampnummer voorzien en als slavenarbeiders afgebeuld tot de dood erop volgde, al of niet in de gaskamers.

Voor 'begraaflocatie' moet in de meeste gevallen gelezen worden: 'asput in...'  Alle hier vermelde aantallen joden, levend of dood, zijn op serieus onderzoek gebaseerd, maar geen onderzoeker pretendeert in dezen precieze aantallen te kunnen geven. De aantallen zijn naar beste kunnen en weten. Het Vernichtungslager Sobibor is na de gevangenenopstand in oktober 1943 met de grond gelijk gemaakt en zo veel mogelijk bewijsmateriaal over het bestaan van Sobibor is door de SS vernietigd. Auschwitz is bij de nadering van het Russische Rode Leger door de SS vanaf november '44 geleidelijk buiten gebruik gesteld: de gaskamers werden gesloten en opgeblazen, zoveel mogelijk joden werden weg gevoerd en/of vermoord, bewijsmateriaal werd verbrand. In januari '45 trok het Rode Leger het kamp in.

Van 1931 tot 1939 steeg het aantal joodse ingezetenen in Nijmegen van 462 naar 553. Van 544 in 1940 daalde het aantal tot 26 in 1945( gegevens Nat. Bevrijdingsmuseum Groesbeek). Voor de jodenjacht stelde de SS-er Antoine van Dijk, in september 1941 tot commandant benoemd van het Nijmeegse politiekorps, een aparte afdeling in, de "Politieke Dienst" genoemd, die uitsluitend fanatieke NSB-ers en overtuigde Nazi's zou herbergen zoals J.W.(Johannes) van Elferen, Willem Kaal, J.A.(Jacob) de Ruiter, Marinus Verstappen, G.W.(Willem) Wanders en A.H.(Anton) Wiebe. Voor elke gevangen jood kregen ze een premie, variërend van 7 tot 40 gulden. Van Dijk werd door het verzet geliquideerd. Zijn functie werd over genomen door de SS'er Johannes van Aperen. De  jodenjagers zijn na de oorlog voor hun misdaden berecht.

Zie Frank M. Eliëns, Nijmegen tussen bezetting en bevrijding, Zaltbommel 1995, p. 48 -68 ( met namenlijst van de omgebrachte joden en toelichting); Jozeph Michman e.a., Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, Antwerpen-Amsterdam 1985, p. 171-210, 477-482;   H.D. van den Bergh, Onse Joeden: Nijmegen en de geschiedenis van haar joden, Zaltbommel 2002; G.Thuring, Ereveld Vredehof, Groesbeek 2010, p. 36; www.joodsmonument.nl ; Ad van Liempt e.a., Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie, Amsterdam 2011 [zie onder de bovengenoemde namen van de politiemannen]; Brandpunt TV 2 okt. 2011: "De Jodenjagers van Nijmegen"; Guus Luijters en Aline Pennewaard, In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen, Amsterdam 2012 (met alfabetisch namenregister, onderverdeling in genummerde transporttreinen en foto's van de slachtoffers), aanvullingen en correcties in Addendum, Amsterdam 2012; Lennert Savenije, "In dienst van de Nieuwe Orde? De Nijmeegse gemeentepolitie onder hoofdcommissaris A.J.M. van Dijk(1941-1943)" in: Jaarboek Numaga 2012,p.63-80

Lees meer




Voor andere personen bij deze gebeurtenis kies:

Vervolgingsslachtoffers

Meer dan een naam dankzij u. Heeft u informatie over of foto’s van personen op deze site, stuur deze dan naar ons via contact.