Cato Rosalie van Emden, dochter van Hartog van Emden en Rachel Frank, en geboren te Amsterdam op 18 mei 1907, vestigde zich op 25 november 1931 in Nijmegen, komende vanuit Amsterdam. Op de foto is zij te zien samen met haar ouders en haar broer  Andre Lodewijk (geb. 11 augusustus 1910) op het strand, ongeveer in 1914. Cato zit rechts vooraan, de naam van het 2^e meisje direct naast de stoel is onbekend.

Cato Rosalie was getrouwd met  Maurits Gersons, geboren op 12 oktober 1895 te Tilburg, die zich op 24 oktober 1928 had gevestigd in Nijmegen, komende vanuit Tilburg. Zij woonden op het adres Coehoornstraat 36. De namen van mw.  Gersons - van Emden en mw. van den Bergh-Lob werden op bevel van de burgemeester in maart 1941 van de lijst van bloeddonoren van het Canisius ziekenhuis geschrapt, omdat zij beiden joods waren.

Tijdens de Duitse bezetting van Nederland dook het echtpaar onder, en de Hoofdcommissaris van Politie van Nijmegen verzocht om hun aanhouding (Algemeen Politieblad, nr. 48, 3 december 1942, 1354, bericht 3001). Hun huis werd op 24 december 1942 ontruimd. Zij werden opgepakt en naar Westerbork overgebracht waar zij 23 september 1943 werd ingeschreven. Op 16 november 1943 is zij vanuit het Nederlandse doorgangskamp Westerbork met transport nr 81 naar het concentratiekamp Auschwitz in Polen gedeporteerd. Mevrouw Gersons-Van Emden is daar vermoord op 19 november 1943; Maurits Gersons werd er omgebracht op 31 maart 1944. 

Bronnen: Joods Monument; genlias ; F.Eliëns, Nijmegen tussen bezetting en bevrijding, p.55 vermeldt haar abusievelijk als Cato Rosalie Embden in plaats van: van Emden; www.oorloginnijmegen.nl - lijst van voorvluchtigen van Commissaris Van Dijk aan Walraven.