Jacht op Joodse onderduikers in Nijmegen
De Nijmeegse politie maakte actief jacht op onderduikers, voor ieder persoon die werd gevonden werd ‘kopfgeld’ verdiend.
Op 10 april 1943 werd door de bezetter verklaard dat Nijmegen Judenrein was. Joden waren totaal uit het straatbeeld verdwenen. Toch waren niet alle Joden die in Nijmegen waren gedeporteerd. Een behoorlijk aantal van hen had een onderduikadres weten te vinden. Het ging hierbij om Nijmegenaren en mensen die vanuit een andere stad een veilig heenkomen hadden gezocht.
De bezetter en haar fanatieke helpers bleven op zoek naar de achtergebleven mensen. Voor de jodenjacht organiseerde de SS-er Antoine van Dijk, in september 1941 tot commandant benoemd van het Nijmeegse politiekorps, een aparte afdeling in, de "Politieke Dienst" genoemd, die uitsluitend fanatieke NSB-ers en overtuigde Nazi's zou herbergen zoals J.W.(Johannes) van Elferen, Willem Kaal, J.A.(Jacob) de Ruiter, Marinus Verstappen, G.W.(Willem) Wanders en A.H.(Anton) Wiebe. Voor elke gevangen jood kregen ze een premie, variërend van 7 tot 40 gulden. Van Dijk werd 31 augustus 1943 door het verzet geliquideerd. Zijn functie werd over genomen door de SS'er Johannes van Aperen.
De jodenjagers zijn na de oorlog voor hun misdaden berecht.
Voor meer informatie: Oorlog in Nijmegen - onderduik en Oorlog in Nijmegen - Joden van elders die onderdoken in Nijmegen
Bron foto: website Westerbork - Westerbork portretten