1940
-
-
-
-
1941
-
-
-
-
1942
-
-
-
-
1943
-
-
-
-
1944
-
-
-
-
1945
-
-
-
-
> 1945
-
-
-
-

Jodenvervolging

1942-1944

Gedenkplaat Kitty de Wijzeplaats

Overlijdensbericht D.A. Drielsma

Esther Drielsma-Elte

 

Esther Drielsma-Elte  was woonachtig in Elst. Haar zoon David bezat daar landbouwgrond en werd verplicht deze grond aan de Duitsers te verkopen.  Rond Kerstmis 1942 was Esther met haar dochter Clara in Nijmegen ondergedoken (Algemeen Politieblad, nr. 3, 21-01-1943, 72, bericht 153). Tot dan had Clara, als waarnemend hoofd van de Joodsche School, een Sperre.
 
Moeder en dochter doken onder op diverse adressen o.a. op de Tooropstraat (Kersten), Berg en Dalseweg (van de Ploeg) en het langst bij kapper Bongaards, Lage Markt 45. Esther leed aan diabetes, waarvoor zij ook tijdens het onderduiken van haar huisarts een tijdlang gratis medicijnen kreeg, en had tijdens de onderduik enkele lichte hartaanvallen gehad. Het ging steeds slechter met haar gezondheid, bij de laatste hartaanval verloor zij ook haar stem. Uit het verslag van haar dochter Clara : "De laatste dagen werd er dag en nacht bij haar gewaakt...op 6 juli werd de hulp ingeroepen van een zuster uit de illegaliteit... Tegen middernacht klonk het eerste luchtalarm. Met drommen vlogen de geallieerden over. Het geheel was dan ook erg luguber; te moeten waken bij een ondergedoken oude dame die daar lag te sterven op een zolderkamertje van een bouwvallig huis aan de Waal, terwijl het gedreun van de ronkende motoren van de overvliegende bommenwerpers uren doorging".  Zij overleed de volgende dag op 7 juli 1944; juist in die week vonden aanslagen op Duitsers plaats en deden veel NSB'ers huiszoekingen.  Zij werd begraven onder de vloer van het onderduikadres, dat moet dan aan de Lage Markt 45 zijn geweest.  Na de bevrijding werd ze herbegraven op de joodse begraafplaats in Nijmegen. Haar zoon David Abraham Drielsma ( Elst 18 sept.1903 -- Mauthausen 6 juli 1942) is omgebracht. .Haar dochter Clara en twee zonen hebben de oorlog overleefd. 

Aan de Joodsche school in Nijmegen stond in 1941 ingeschreven Yvonne N.J. Drielsma (13-2-1935) Javastraat 104 .Er staat aangetekend "nicht van Clara Drielsma, Javastraat 104. "  Op de schoollijst van 1942 komt haar naam niet meer voor  Zij was een dochter van  Jeanette Cohen (1907-1996) en van Henri Abraham Drielsma (Hans)  (1902-1982), een van de twee zonen van Esther die de oorlog overleefden. Mogelijk heeft ook Yvonne de oorlog overleefd want haar naam is niet terug te vinden op www.joodsmonument.nl en ook niet op www.ogs.nl 

 Bron: OGS; www.joodsmonument.nl; Ad van Liempt , Jodenjacht, p.177 www.oorloginnijmegen.nl o.a. "verslag van Clara Drielsma". www.LegacyFamilyTree.com Family of Sid Salinger,  www.genealogieonline/stamboom-van-der-Sluis//1831

 

Persoongegevens

Overlijdensgegevens

Naam:
E. Drielsma-Elte
Voornamen:
Esther
Roepnaam:
Esther
Geslacht:
Vrouw
Nationaliteit:
Nederlandse
Geloof:
Nederlands-Israelitisch
Beroep:
Burgerlijke staat:
weduwe
Adres:
Dorpsstraat 36
Woonplaats:
Elst
 
Geboortedatum:
16-09-1874
Geboortedatum toevoeging:
Geboorteplaats:
Alkmaar
Datum:
07-07-1944
Datum toevoeging:
Leeftijd:
69 jaar

Plaats:
Nijmegen
Locatie:
onderduikadres Nijmegen
Begraafplaats:
Israelitische Begraafplaats Nijm., 09-03
Omstandigheid:
overleden
 
Categorie:
Burgers: Joden
Dossiernummer:

Vervolgingsslachtoffers

Van juli 1942 tot september 1943 werd er systematische jacht gemaakt op joden. Zij werden gedeporteerd naar Westerbork of Vught en van daaruit tot medio september 1944 merendeels naar de vernietigingskampen. Alleen al op 27 november 1942 werden ca. 90 Nijmeegse joden in Auschwitz vergast. Tussen maart en juli 1943 werden in Sobibor 78 Nijmeegse joden omgebracht. In totaal zijn er meer dan 400 Nijmeegse joden in kampen en gaskamers  vermoord. Er zijn ca. 100 treintransporten gebruikt -- ±70 naar Auschwitz, ±20 naar Sobibor en ±10 naar Theresienstadt of Bergen-Belsen -- om de joden te vernietigen.

 De systematiek in de Vernichtungslager was als volgt: direct na aankomst van elke trein uit Westerbork werden de kinderen met hun moeders - om ze rustig te houden -, de vijftigplussers en de zieken-en-zwakken naar de "doucheruimtes" (lees:gaskamers) gedreven. De overgebleven mannen en vrouwen werden van een kampnummer voorzien en als slavenarbeiders afgebeuld tot de dood erop volgde, al of niet in de gaskamers.

Voor 'begraaflocatie' moet in de meeste gevallen gelezen worden: 'asput in...'  Alle hier vermelde aantallen joden, levend of dood, zijn op serieus onderzoek gebaseerd, maar geen onderzoeker pretendeert in dezen precieze aantallen te kunnen geven. De aantallen zijn naar beste kunnen en weten. Het Vernichtungslager Sobibor is na de gevangenenopstand in oktober 1943 met de grond gelijk gemaakt en zo veel mogelijk bewijsmateriaal over het bestaan van Sobibor is door de SS vernietigd. Auschwitz is bij de nadering van het Russische Rode Leger door de SS vanaf november '44 geleidelijk buiten gebruik gesteld: de gaskamers werden gesloten en opgeblazen, zoveel mogelijk joden werden weg gevoerd en/of vermoord, bewijsmateriaal werd verbrand. In januari '45 trok het Rode Leger het kamp in.

Van 1931 tot 1939 steeg het aantal joodse ingezetenen in Nijmegen van 462 naar 553. Van 544 in 1940 daalde het aantal tot 26 in 1945( gegevens Nat. Bevrijdingsmuseum Groesbeek). Voor de jodenjacht stelde de SS-er Antoine van Dijk, in september 1941 tot commandant benoemd van het Nijmeegse politiekorps, een aparte afdeling in, de "Politieke Dienst" genoemd, die uitsluitend fanatieke NSB-ers en overtuigde Nazi's zou herbergen zoals J.W.(Johannes) van Elferen, Willem Kaal, J.A.(Jacob) de Ruiter, Marinus Verstappen, G.W.(Willem) Wanders en A.H.(Anton) Wiebe. Voor elke gevangen jood kregen ze een premie, variërend van 7 tot 40 gulden. Van Dijk werd door het verzet geliquideerd. Zijn functie werd over genomen door de SS'er Johannes van Aperen. De  jodenjagers zijn na de oorlog voor hun misdaden berecht.

Zie Frank M. Eliëns, Nijmegen tussen bezetting en bevrijding, Zaltbommel 1995, p. 48 -68 ( met namenlijst van de omgebrachte joden en toelichting); Jozeph Michman e.a., Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, Antwerpen-Amsterdam 1985, p. 171-210, 477-482;   H.D. van den Bergh, Onse Joeden: Nijmegen en de geschiedenis van haar joden, Zaltbommel 2002; G.Thuring, Ereveld Vredehof, Groesbeek 2010, p. 36; www.joodsmonument.nl ; Ad van Liempt e.a., Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie, Amsterdam 2011 [zie onder de bovengenoemde namen van de politiemannen]; Brandpunt TV 2 okt. 2011: "De Jodenjagers van Nijmegen"; Guus Luijters en Aline Pennewaard, In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen, Amsterdam 2012 (met alfabetisch namenregister, onderverdeling in genummerde transporttreinen en foto's van de slachtoffers), aanvullingen en correcties in Addendum, Amsterdam 2012; Lennert Savenije, "In dienst van de Nieuwe Orde? De Nijmeegse gemeentepolitie onder hoofdcommissaris A.J.M. van Dijk(1941-1943)" in: Jaarboek Numaga 2012,p.63-80

Van juli 1942 tot september 1943 werd er systematische jacht gemaakt op joden. Zij werden gedeporteerd naar Westerbork of Vught en van daaruit tot medio september 1944 merendeels naar de vernietigingskampen. Alleen al op 27 november 1942 werden ca. 90 Nijmeegse joden in Auschwitz vergast. Tussen maart en juli 1943 werden in Sobibor 78 Nijmeegse joden omgebracht. In totaal zijn er meer dan 400 Nijmeegse joden in kampen en gaskamers  vermoord. Er zijn ca. 100 treintransporten gebruikt -- ±70 naar Auschwitz, ±20 naar Sobibor en ±10 naar Theresienstadt of Bergen-Belsen -- om de joden te vernietigen.

 De systematiek in de Vernichtungslager was als volgt: direct na aankomst van elke trein uit Westerbork werden de kinderen met hun moeders - om ze rustig te houden -, de vijftigplussers en de zieken-en-zwakken naar de "doucheruimtes" (lees:gaskamers) gedreven. De overgebleven mannen en vrouwen werden van een kampnummer voorzien en als slavenarbeiders afgebeuld tot de dood erop volgde, al of niet in de gaskamers.

Voor 'begraaflocatie' moet in de meeste gevallen gelezen worden: 'asput in...'  Alle hier vermelde aantallen joden, levend of dood, zijn op serieus onderzoek gebaseerd, maar geen onderzoeker pretendeert in dezen precieze aantallen te kunnen geven. De aantallen zijn naar beste kunnen en weten. Het Vernichtungslager Sobibor is na de gevangenenopstand in oktober 1943 met de grond gelijk gemaakt en zo veel mogelijk bewijsmateriaal over het bestaan van Sobibor is door de SS vernietigd. Auschwitz is bij de nadering van het Russische Rode Leger door de SS vanaf november '44 geleidelijk buiten gebruik gesteld: de gaskamers werden gesloten en opgeblazen, zoveel mogelijk joden werden weg gevoerd en/of vermoord, bewijsmateriaal werd verbrand. In januari '45 trok het Rode Leger het kamp in.

Van 1931 tot 1939 steeg het aantal joodse ingezetenen in Nijmegen van 462 naar 553. Van 544 in 1940 daalde het aantal tot 26 in 1945( gegevens Nat. Bevrijdingsmuseum Groesbeek). Voor de jodenjacht stelde de SS-er Antoine van Dijk, in september 1941 tot commandant benoemd van het Nijmeegse politiekorps, een aparte afdeling in, de "Politieke Dienst" genoemd, die uitsluitend fanatieke NSB-ers en overtuigde Nazi's zou herbergen zoals J.W.(Johannes) van Elferen, Willem Kaal, J.A.(Jacob) de Ruiter, Marinus Verstappen, G.W.(Willem) Wanders en A.H.(Anton) Wiebe. Voor elke gevangen jood kregen ze een premie, variërend van 7 tot 40 gulden. Van Dijk werd door het verzet geliquideerd. Zijn functie werd over genomen door de SS'er Johannes van Aperen. De  jodenjagers zijn na de oorlog voor hun misdaden berecht.

Zie Frank M. Eliëns, Nijmegen tussen bezetting en bevrijding, Zaltbommel 1995, p. 48 -68 ( met namenlijst van de omgebrachte joden en toelichting); Jozeph Michman e.a., Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, Antwerpen-Amsterdam 1985, p. 171-210, 477-482;   H.D. van den Bergh, Onse Joeden: Nijmegen en de geschiedenis van haar joden, Zaltbommel 2002; G.Thuring, Ereveld Vredehof, Groesbeek 2010, p. 36; www.joodsmonument.nl ; Ad van Liempt e.a., Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie, Amsterdam 2011 [zie onder de bovengenoemde namen van de politiemannen]; Brandpunt TV 2 okt. 2011: "De Jodenjagers van Nijmegen"; Guus Luijters en Aline Pennewaard, In Memoriam. De gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen, Amsterdam 2012 (met alfabetisch namenregister, onderverdeling in genummerde transporttreinen en foto's van de slachtoffers), aanvullingen en correcties in Addendum, Amsterdam 2012; Lennert Savenije, "In dienst van de Nieuwe Orde? De Nijmeegse gemeentepolitie onder hoofdcommissaris A.J.M. van Dijk(1941-1943)" in: Jaarboek Numaga 2012,p.63-80

Lees meer




Voor andere personen bij deze gebeurtenis kies:

Vervolgingsslachtoffers

Meer dan een naam dankzij u. Heeft u informatie over of foto’s van personen op deze site, stuur deze dan naar ons via contact.