Razzia katholieke joden
Als represaille werden alle Joden die als katholiek geregistreerd stonden opgepakt.
Op zondag 26 juli 1942 werd in de meeste Nederlandse kerken een gezamenlijk protest tegen de deportatie van Joden en het wegvoeren van mensen voor dwangarbeid van de kansel voorgelezen. In de rooms-katholieke kerken werd daarnaast ook de tekst voorgelezen van een telegram dat men op 11 juli aan rijkscommissaris Seyss-Inquart had gestuurd met de dringende oproep om af te zien van de massadeportaties van Joden.
Met het telegram reageerden zij op een redevoering van Schmidt (een van de vier Generalkommissare) van 29 juni. Het telegram was voor de Duitse autoriteiten aanleiding om de rooms-katholieke Joden met voorrang te deporteren. Een week later, op zondag 2 augustus werden 245 rooms-katholieke Joden opgepakt. De meeste 'gemengd gehuwden' werden al vrij snel weer vrijgelaten, de anderen gingen naar Westerbork.
In Nijmegen werden die dag 15 katholieke Joden en hun niet-Joodse partners en kinderen. Zij werden naar het hoofdbureau van politie gebracht waar de niet-Joodse partners en kinderen weer naar huis werden gestuurd. De 15 katholieke joden werden overgebracht naar kamp Amersfoort, waar 3 van hen, Hans Menkel, Mathilde Wallach en haar man Moritz-Herbert Neufeld op 4 augustus gedeporteerd werden naar Westerbork. De overige 12 mochten naar huis terugkeren.
Bron: oorloginnijmegen.nl