Jacques Voltijn vestigde zich op 10-08-1923 in Nijmegen, komende vanuit Den Bosch. Hij was een zoon van Meijer Voltijn en Mietje de Jong. Hij kwam uit een groot gezin van in totaal acht kinderen : Everdina, Rebecca, Abraham, Salomon, Benjamin, Louis en Jacob. Jacques was getrouwd met Marie Ketellapper (*1900). Zij kregen een zoon Salomon (*1926) en een dochter Mietje (*1928). Bij hen woonde ook een broer van Marie: Nathan Ketellapper(*1898). Jacques was tijdens de oorlog inkoper voor de Joodse Raad , afdeling Nijmegen. 

Hun huis in de Stikke Hezelstraat werd op 15-04-1943 ontruimd. Jacques werd op 06-07-1943 vanuit Westerbork op transport nr 70 gesteld naar Sobibor en werd er met zijn zoon Salomon direct na aankomst vermoord. Zijn vrouw Marie en dochter Mietje waren al in juni '43 met transport 68 naar Sobibor gedeporteerd en om het leven gebracht. Nathan Ketellapper moest nog dwangarbeid verrichten tot maart 1944 toen is hij ergens in midden Europa omgebracht/omgekomen..
 
De hele familie Voltijn-Ketellapper stond vermeld op de lijst d.d. 22 april 1943 van politiecommissaris Van Dijk aan Walraven van Joden die overgebracht moesten worden naar kamp Vught.  

Voor het gewone leven bij het gezin Voltijn en in de zaak van Voltijn, Stikke Hezelstraat 46 zie de uitvoerige herinneringen van het protestantse dienstmeisje Jansje Petronella Zijnen uit Druten bij Joods Monument.

Bronnen: Joods Monument; Fr. Eliëns, Nijmegen tussen bezetting en bevrijding, p.59-65; G.Luijters, In Memoriam, p.588 e.v.; De Gelderlander 27 mrt '45 (afhandeling van zijn zakelijke rechten en plichten). Voor herinneringen van het dienstmeisje aan de familie Voltijn, zie Herinneringen; www.oorloginnijmegen.nl lijst Van Dijk-Walraven blz 7.;  Bart Janssen, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 blz 1256 ev.