Marie Ketellapper was een dochter van Judith Sweijd en Salomon Ketellapper. Zij trouwde met Jacques Voltijn op 9 augustus 1923 in Amsterdam. Het jonge echtpaar vestigde zich met hun twee kinderen Salomon (Sallie) en Mietje op 08-08-1923 in Nijmegen. Het gezin woonde boven hun textielzaak in de binnenstad aan de Stikke Hezelstraat. De kinderen gingen in de omgeving naar de Joodse school. In de zaak werkte ook  Nico Ketellapper, een broer van Marie.  Salomon bezat nog een een winkel in de Lange Burchtstraat, waar zijn broer Abraham met vrouw Betje Voltijn-de Jong en hun drie kinderen, Jacob, Meijer n Louis, woonden. Jansje Zijnen-van Vlaanderen was van 1937 tot 1942 als dienstmeisje in dienst bij het gezin. Al haar herinneringen heeft zij aan haar kinderen verteld, die alles hebben opgeschreven en doorgegeven.  Jansje kreeg in 1942 van de bezetteer te horen  dat ze niet meer bij een Joodse familie mocht werken.  Zij heeft ook geen afscheid kunnen nemen van de familie omdat opeens de winkel verzegeld bleek te zijn en de familievertrokken/opgepakt. 

Het gehele gezin Ketellapper is begin april 1943 naar kamp Vught gegaan. Wel is bekend dat het dienstmeisje (zie hieronder bij bronnen) in de loop van 1942 van de Duitsers niet meer bij het Joodse gezin mocht werken. Zij moest daar weg.  Marie werd op 08-06-1943 vanuit Westerbork met transport nr. 68 - het zogenoemde kindertranport - gedeporteerd naar Sobibor, waar zij direct na aankomst samen met haar 14-jarige dochter Mietje vermoord werd. Haar zoon Salomon  en haar man Jacques Voltijn werden op 6 juli 1943 op transport gesteld naar Sobibor en  op 9 juli daar omgebracht. 

Een broer van Marie, Nathan, woonde in bij het gezin. Hij heeft nog tot maart 1944 dwangarbeid moeten verrichten met de dood tot gevolg ergens in midden Europa.

Bronnen: Joods Monument ; Janneke de Moei, Joodse kinderen in het Kamp Vught, Vught 1999, p.82; G.Luijters, In Memoriam, p.536-571. Bijzondere bron : Voor herinneringen van het dienstmeisje aan de familie Voltijn, zie Herinneringen; Bart Janssen, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 blz 1256 ev