Edith was een dochter van Bernard Aussen (1875-1943) uit Bronkhorst en Rosa Voltijn-Meijer (1976-1943). Zij had een zus Herta, ( 1912-1942) die trouwde met Philip Weijel (1910-1043) en een oudere broer Hermann (1906-1945). Hermann trouwde met Rosa Windmuller (1909-1944) , zij kregen een zoontje Bernhard (1939-1944).

Edith trad op 07-08-1942 in Nijmegen in het huwelijk met Meijer Voltijn. Het echtpaar Voltijn-Aussen woonde in bij de ouders van Meijer, Abraham en Betje Voltijn-de Jong . Al spoedig werd Meijer tewerkgesteld in een werkkamp. Edith Aussen stond mogelijk nog ingeschreven als ingezetene in Zutphen. Op de lijst van oorlogsvermisten stond zij vermeld als wonende in Nijmegen.  Edith werd opgepakt bij de razzia van 2 oktober 1942. Kort erop werd zij naar Westerbork gebracht. Vervolgens werd Edith samen met haar man Meijer - twee maanden getrouwd - met het 28e treintransport uit Westerbork op 16 oktober 1942  naar Auschwitz  afgevoerd, waar Edith op 19 oktober werd vermoord. Meijer werd kennelijk tewerkgesteld want hij kwam om ergens in Midden Europa in maart 1944. Als overlijdensdatum wordt aangehouden 31.3.1944.

Haar ouders  Bernard en Rosa werden in 1942  in Sobibor vermoord.  Haar zus Herta werd in 1942 omgebracht in Auschwitz; haar man Philip Weijel werd tewerk gesteld in het Extern commando Bobrek. bij Auschwitz en overlijdt in 1943. 

Het gezin van haar broer Hermann treft hetzelfde lot.