Het gezin Roelofs-Jacobs woonde op de boerderij aan het Lentseveld.  De zonen Jan, Gerard en Ben werkten op de boerderij van hun ouders. Jan bezorgde daarnaast met paard en wagen transporten in de omgeving en Gerard werkte regelmatig bij de bakker om het bakkersvak te leren. Het echtpaar Roelofs-Jacobs had negen kinderen gekregen. Door de oorlog verloren zij er twee. 

Gerard zou even de schuilkelder waarin het gezin verbleef verlaten hebben. Volgens de ene versie  om voor zijn moeder was op te hangen; volgens een andere versie rookte er iets buiten en wilde hij gaan kijken wat er aan de hand was. Net was hij buiten of er ontplofden opnieuw granaten. Hij wist niet tijdig de ingang te halen en  werd  dodelijk getroffen door een schrapnelgranaat (granaatkartets). Zijn broer Jan was een maand eerder omgekomen door granaatinslag.