Wim Mortier, de oudste zoon van predikant Jacobus Mortier en van Willemina Pietertje Schuller in het Zeeuwse Kruiningen Wim trok naar Nijmegen om de onderwijzersopleiding te volgen aan De Klokkenberg. Zijn vader zat in het verzet en had onderduikers in huis. Naast zijn studie werd Wim in Nijmegen actief medewerker bij het Rode Kruis. Na het bombardement van 22 februari 1944 werd hij ingeschakeld om dode en levende slachtoffers uit het puin te halen. De gruwelijke ervaringen daarbij hebben hem erg aangegrepen. In september 1944 verrichtte hij - als padvinder - alle mogelijke karweitjes voor de geallieerde militairen. Bij een van deze daden - het aanbrengen van een vlaggemast op het grote balcon van "Normandie"aan het Keizer Karelplein - is Wim op 29 oktober 1944 door een Duitse bomaanval om het leven gekomen. De vlaggenmast met vlag werd aangebracht door Wim omdat op 29 oktober de scoutclub officieel zou worden geopend.  Zijn naam staat vermeld op een gedenkplaat in het hoofdgebouw van het Rode Kruis in Den Haag. De familie was aanweig toen in 1948 in Den Haag koningin Juliana in het hoofdgebouw van het Rode Kruis een plaquette onthulde met de namen van de omgekomen Rode Kruismedewerkers.  Op 2 juli 1945 werden de stoffelijke resten van Wim op de begraafplaats Rustoord herbegraven. 

 Bron: E-mail A.Mortier(broer) 20 april 2009 + foto; foto monument Rode Kruis e-mail Bart Janssen 22 okt.09 en 19 januari 2014; collectie Bart Janssen met fotomateriaal ; PK,  Bart Janssen, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 blz 896 ev