Daniel was een zoon van Jakob Meijer (1837-1909) en Wilhelmina Bargeboer (1848-1935). Hij kwam uit een gezin van 11 kinderen (zie Joods Monument). Daniel trouwde in Eindhoven op 20-10-1920 met Virginie Hartog.
Daniel Meijer vestigde zich op 26-04-1923 in Nijmegen, met echtgenote Virginie en zoon Jacob (* 1921), komende vanuit Amsterdam. In 1926 werd in Nijmegen een dochter geboren, Caroline (of Carolina). In 1932 kocht Daniel Meijer grond en bouwde er het huis waarin het gezin ging wonen aan de Kwakkenbeergweg 94. Het echtpaar Meijer bezat veel onroerend goed in Nijmegen t.w. Mariënburg 14-24, Regentessestraat 27-29, Guyotstraat 7-9, Stikke Hezelstraat13/Jodengas 19-21, Stikke Hezelstraat 15, Muntweg 1-3, Berg en Dalseweg 142, Fagelstraat 90-92 en Kwakkenbergweg 94. Al deze woningen werden door de NSB onteigend en doorverkocht.
Het hele gezin is mogelijk in oktober 1942 opgepakt. Virginie komt voor op de lijst van vermoedelijk gearresteerde Joden bij de razzia van 2 oktober 1942. Dochter Carolina werd met haar moeder Virginie op 9 oktober 1942 uit Westerbork naar Auschwitz getransporteerd (transport 26) en meteen na aankomst vergast. Vader Daniël en zoon Jacob zijn mogelijk met dezelfde trein vervoerd maar bij aankomst tewerkgesteld - hetgeen veel voorkwam. Als overlijdensdatum wordt 31-01-1943 aangehouden.
Hun huis in Nijmegen werd op 26-11-1942 ontruimd. Het huis zou zijn leeggeroofd door Gerard Melchior Verstegen, een fanatieke NSB banleider, die zijn zoon Anton Adolf Benito noemde. Deze Verstegen kocht in augustus 1942 dit huis van NSB Kringleider Paes, die het in juni 1942 in handen had gekregen. Verstegen gaat er na de koop ook wonen. In januari 1944 werd het huis door de Duitse Wehrmacht gevorderd - Verstegen kreeg er een vergoeding voor.
Het huis Kwakkenberg 94 komt voor op de lijst van "door Joden bewoonde huizen"van na oktober 1941. Het was de bedoeling al de op deze lijst vermelde huizen te ontruimen.
Gerard Melchior Verstegen ( Nijmegen 10-01-1930 - Springwood (AUS) november 2009) had als banleider de taak om druk uit te oefenen op vooraanstaande Joodse personen uit het bedrijfsleven om forse bedragen te betalen aan de NSB door te dreigen met sluiting van hun bedrijf en deportatie. 10% van de bedragen mocht hij zelf houden. Hij kon er royaal van leven en zich bovendien twee huizen uit Joods bezit aanschaffen (het pand aan de Kwakkenbergweg 94 en aan de Sophiaweg 45, hoek Lindelaan). Kennelijk kon hij het zich niet alleen financieel permitteren maar had hij binnen NSB kringen genoeg aanzien om in deze villa te kunnen gaan wonen na deportatie van de familie Meijer.
De villa van de familie Meijer aan de Kwakkenbergweg 94 diende later als "Hotel Glen"voor het welzijn van de Canadese Glens. Op 4 november 1944 werd het huis een "Rest Centre"...."which contained every convenience possible".
Bron: www.joodsmonument.nl ; G.Luijters, In Memoriam, p. 223 e.v. Noviomagus.nl Rob Essers april 2020, wwwoorloginnijmegen.nl www.geni.com www.genealogieonline.nl info d.d. 23-02-2021 van Maarten Strijbosch die zich bezig houdt met de geschiedenis van het huis Kwakkenbergweg 94. www. oorloginnijmegen.nl