Theo Leenders, aannemer van beroep, was ongehuwd en woonde met zijn zus Nel in de Van Berchenstraat 12.

Hij  is "door oorlogsgeweld" omgekomen, aldus de annonces in De Gelderlander van 2 en 21 oktober 1944. In de overlijdensverklaring was hij door verminking in eerste instantie beschreven als een onbekende man van 25 jaar, die door een granaatinslag was getroffen op de hoek van de Eerste Walstraat. Uit de getuigenis van Jo van Son, die de stoffelijke resten vond en vergaarde, blijkt dat het hier met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid moet gaan om de 45-jarige Theo Leenders.

 

De  aanknopingspunten van Jo van Son waren, dat het om een man ging die Leenen of Leenders of iets dergelijks heette en woonde in de Van Berchenstraat. Zijn bovenlichaam was uiteengerukt (en niet, zoals de krant schrijft, zijn onderlichaam). Zijn arm, die meters verder lag, stak nog in de mouw van zijn afgescheurde colbert. In de binnenzak van dat stuk colbert vond Jo een huurkaart van huizen in de Tweede Walstraat. Hij vermoedt, dat hij daardoor altijd de naam Leenen of Leenders heeft onthouden. Theo Leenders zou na het innen van de huur in de Tweede Walstraat de kortste route naar zijn huis in de Van Berchenstraat hebben genomen. Het slachtoffer had een fles melk bij zich. Toen Jo van Son iets had gevonden om over de man heen te leggen, zat er een priester naast de stoffelijke resten, die zei, dat hij de dode het H. Oliesel had gegeven. En ook dat strookt met de inhoud van de rouwannonce van Theo Leenders.