Wim Janssen (zoon van Jacobus Janssen en Theodora Petronella Coenen) dreef een melkwinkel aan de Kabelgas 7. Tegenover de winkel/woonhuis bezat Wim een pand dat als opslaguimte en onderdak voor de pony van de melkwagen diende. Wim is tegelijk met zijn vrouw, Paulina van Dinther, en vijf van zijn zes kinderen (Lenie, Doortje, Riekie, Wim en Paul) omgekomen, toen zij tijdens een Duits bombardement op 7 oktober '44 hun toevlucht zochten in een schuilkelder op de Ganzenheuvel. Mogelijk is de schuilkelder vol water gelopen door een getroffen waterleiding. Een andere lezing is dat ze op weg naar de schuilkelder door een bomexplosie gedood zijn. De rersten van Wim zijn niet in de kelder maar achter de huizen gevonden.

Hun oudste zoon Joop of Jo (Jacobus Hendrikus Wilhelmus) overleefde als enige van het gezin.  Op 7 juni 1943 had hij zich op het Gewestelijk Arbeidsbureau moeten melden in het kader van de Arbeidseinsatz. Hij werd voor 52 a 60 u per week tewerkgesteld in Duitsland bij de firma Ueber, das I.A.A Westfalen in Soest in Noordrijn-Westfalen. Hij heeft er ongeveer 15 maanden gezeten en zou mogelijk ontsnapt zijn. Bij terugkomst in Nijmegen - enige tijd  na 7 oktober 1944 - vond hij zijn ouderlijk huis volkomen leeggehaald/leeggeplunderd terug en het gehele gezin omgekomen. Op 28 augustus 1945 moest hij nog aangifte doen van het overlijden van zijn moeder en van Lenie, Doortje, Riekie en Paul. De Nijmeegse politie had wel het overlijden van vader Wim en zoon Wim bij de gemeente gemeld. Joop heeft niet kunnen achterhalen door wie het huis is leeggeplunderd. 

Bron: PK; collectie Bart Janssen + foto, ook s.v. Kropman; 3 annonces De Gelderlander 14 okt.'44: omgekomen "door gruwelijk oorlogsgeweld"; e-mail Rob Essers 26 april 2012 met overlijdensakten en personalia van alle gezinsleden.  Bart Janssen, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 blz 629 ev.