Alida Jacob werd geboren op 16 mei 1926 in Nijmegen. Haar moeder, Frederika Barend was op 3 februari 1926 in Haarlem getrouwd met Joseph Leo Jacob (geb. Emmerik 4 februari 1904), maar overleed al ruim een maand na de geboorte van Alida op 19 juni 1926. Daarna werd de pasgeboren Alida als minderjarige geadopteerd door een echtpaar in Haarlem, vermoedelijk haar oom  David Barend en zijn echtgenote Rosetta Barend-Mendels. Vader Jacob werkte sinds 1940 als handelsagent aan de Daalsedwarsweg 25 in Nijmegen.

Op 15 mei 1940 deed het gezin Barend in Haarlem een zelfmoordpoging samen met een vriend van het gezin, Andries Stodel, door middel van gas. De twee mannen kwamen om, de vrouwen overleefden. Rosetta Barend stierf een natuurlijke dood in januari 1942 in Hilversum. Na het overlijden van Rosetta is Alida Jacob in februari 1942 weer in Nijmegen terechtgekomen, zij had geen adoptiefouders meer en keerde terug naar haar vader.
 
De toen 15-jarige Alida dook onder, maar werd opgepakt en op 8 april 1943 op transport gesteld naar Vught. Haar naam staat op de lijst d.d. 22 april 1943 van Politiecommissaris Van Dijk aan Walraven.  Via kamp Vught en daarna via Westerbork werd zij op 06-07-1943 met transport nr 70 afgevoerd naar het concentratiekamp Sobibor, waar zij op 9 juli 1943 werd vermoord. Vader Joseph Leo Jacob heeft de oorlog overleefd. Hij was met een Nederlandse niet-Joodse vrouw getrouwd; vermoedelijk is hij om die reden niet weggevoerd. Joseph Leo Jacob. had zeker nog tot 1963  een bedrijf van agenturen- en commissiehandel aan de Bredestraat 7 in Nijmegen. 

Bronnen: PK; G.Luijters, In Memoriam, p.588; joodsmonument; Lucas Ligtenberg, Mij krijgen ze niet levend. De zelfmoorden van mei 1940 (Amsterdam: uitg. Balans 2017). E-mail van Lucas Ligtenberg d.d. 19 januari 2019. Adresgidsen gemeente Nijmegen van 1940-1963. www.oorloginnijmegen.nl Provincies 'judenrein'maken blz 6.  PK