Jan Hoogveld woonde op de Scheidingsweg in Nijmegen tot hij in de zomer van 1938 op 23-jarige leeftijd naar Nederlands Indië vertrok. Daar maakte hij als sergeant deel uit van het in Australië gevestigde Nederlandse Bomber Squadron. Jan/John trouwde in 1942 in Melbourne (Australië) met Patricia Joyce. Op 21 mei 1943 werd het toestel waarvan hij de tweede bestuurder was naast de eerste vlieger, ltn L.Bal, door afweergeschut getroffen en het vliegtuig stortte neer in de Arafurazee nabij Saumlaki (tussen Molukken en Papua-Nieuw Guinea), Nederlands Indië. Alle zes bemanningsleden kwamen daarbij om. De enige die met zijn parachute van boord wist te springen, was vermoedelijk de bommenrichter luitenant P. Kruyne. Maar hij werd naar alle waarschijnlijkheid door de Japanse militairen daar vermoord als wraak voor de 200  gesneuvelde Japanse mariniers, die een jaar eerder waren gevallen als gevolg van een actie van de Nederlandse luchtmacht tijdens de eerste Japanse landingspoging in Saumlaki. De drie nog niet genoemde bemanningsleden die omkwamen waren de telegrafist vaandrig A.B. Andela en de 2 boordschutters sergeant Leahy (RAAF) en sergeant C. van Ginkel.

De naam van Jan Hoogveld staat vermeld op het slachtoffermonument van het Canisiuscollege. 

 Bron: OGS, gedenkboek 38; www.erelijst.nl ;PK; René Wittert van Hoogland, Het vergeten squadron (1978), p. 322; E-mail Bart Janssen met foto's van J.C. Hoogveld (neef-oomzegger) te Den Bosch d.d. 30 juni 2017.