Thé Hacfoort was een zoon van Everardus Hacfoort en van Johanna Maria Rietman.  Hij trouwde met Maria Wilhelmina Everdina (Iet) Nova en was vader van twee dochters, Eefje en Helly.. Thé was vertegenwoordiger van een distilleerderij uit Schiedam. Iet Hacfoort-Nova was per april 1930 benoemd tot vroedvrouw door de gemeenteraad van Nijmegen. Zij verplaatste zich per motor en heeft vele duizenden kinderen op de wereld geholpen. Op 18 september 1944 raakte Iet door een kogel zwaar gewond, maar herstelde uiteindelijk. Door haar verbrijzelde arm werd zij nog lange tijd op een kar door haar man overal naar toe gebracht waar een vroedvrouw nodig was. 

Op 19 januari 1945 bracht Thé eerst zijn vrouw naar een echtpaar waar een kindje werd geboren; daarna ging hj met zijn zwager Nol Nova met een kar op stap om een fornuis te vervoeren. Thé is samen met zijn zwager A.A.H.Nova bij een aanrijding door een geallieerd legervoertuig in Nijmegen op 19 januari '45 zwaar gewond geraakt en is de volgende dag aan de gevolgen daarvan overleden. Nol Nova overleed nog  een dag later aan de gevolgen van datzelfde ongeluk. Voor hen samen vond de plechtige uitvaartmis plaats in de Josephkerk op 24 januari '45 en beiden werden tegelijk begraven op de begraafplaats Graafseweg.