Eduard Grödel, roepnaam: Edy, was een zoon van Karl Grödel en  Elise van Lier, en een broer van Carla Grödel. Hij werd op 1 mei 1941 als leerling ingeschreven op het Pensionaat Jonkerbosch te Nijmegen. Het gezin Grödel woonde in Tilburg, op het adres Ringbaan-Oost 196.

Edy Grödel werd in de nacht van 17 op 18 november 1942 opgehaald door de politiecommissaris, de NSB'er A.J.M. van Dijk, vergezeld door een Duitser. Hij werd meegegeven door een broeder, tot verontwaardiging van zijn groepsleider in het internaat. Met 195 joodse lotgenoten uit Nijmegen werd hij de volgende dag naar het Nederlandse doorgangskamp Westerbork getransporteerd. 

Op 18 mei 1943 is hij vanuit Westerbork gedeporteerd (transport nr. 64) naar het vernietigingskamp Sobibor in Polen, en direct na aankomst vermoord. Vader Karl stierf in december 1941 in Tilburg aan een hartaanval;  moeder en dochter werden eind augustus 1942 opgepakt en naar Auschwitz gedeporteerd, waar zij op 3 september 1942 werden vergast. 

Eduard Grödel komt voor op de Staat van leerplichtige Joodse kinderen (1941) RAN 2 Secretarie gem. Nijmegen inv.nr 40202.

Bronnen : Collectie Bart Janssen; PK; e-mail van Rob Essers, 17 april 2008; Oorlogsgravenstichting (OGS);  Johan Mahieu,  Jonkerbosch 1935-1985, Nijmegen 2009, p. 31;  foto's op Sporen van de broeders van liefde in Nijmegen - achtergrondinformatie Eduard Grödel; Joods monument - met foto's van Edy; G.Luijters, In Memoriam, p. 483 foto van vader Karl met zoon Eddy.  Bart Janssen, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 blz 489 ev