1940
-
-
-
-
1941
-
-
-
-
1942
-
-
-
-
1943
-
-
-
-
1944
-
-
-
-
1945
-
-
-
-
> 1945
-
-
-
-

Jodenvervolging

10 januari - 3 oktober 1942

Adolf Abraham Gersons in 1938

Gedenkplaat Kitty de Wijzeplaats

Adolf Abraham Gersons

 

De confectiefabrikant Adolf Abraham Gersons, gehuwd met  Josephine Gersons, vestigde zich op 23 mei 1916 in Nijmegen, komende vanuit Tilburg.  Zijn vrouw  kwam  op 29 mei 1916  in Nijmegen wonen, komende vanuit Tiel.  Het echtpaar had een zoon, Bernard.  Zij woonden op het adres Sint-Annastraat 69.

Adolf Gersons werd opgepakt en op 2 november 1942 en vanuit het Nederlandse doorgangskamp Westerbork op transport gesteld naar het concentratiekamp Auschwitz, in Polen, waar hij op 5 november 1942 werd vermoord. Hij zou - nadat hij was opgepakt - enige tijd in werkkamp Witttebrink hebben doorgebracht.

Hun woonhuis werd tijdelijk een Joods ziekenhuis, waar zijn vrouw Josephine  de leiding over had. Na de sluiting van het Joodse ziekenhuis dook Josephine samen met haar zus Henriëtte onder; door de Commissaris van Politie van Nijmegen werd haar opsporing verzocht (Algemeen Politieblad, nr. 7, 18 februari 1943, 178, bericht 509).

Het huis van het gezin Gersons-Gersons werd op 8 maart 1943 ontruimd. Josephine werd opgepakt, en op 25 januari 1944 vanuit Westerbork op transport gesteld naar het concentratiekamp Auschwitz. Zij is daar omgebracht op 28 januari 1944.

Adolf Abraham Gersons en Maurits Gersons, wonende in de Coehoornstraat, waren broers. Hun ouders waren Levie Gersons en Leentje de Jonge, gehuwd in Eindhoven op 13.5.1884. Zij kregen zes kinderen van wie de oudste, David, in 1927 overleed, de andere zes: Adolf Abraham, Bernard, Betsij, Henri, Sallij en Maurits kwamen allen om in concentratiekampen. Het pand St Annastraat 69 kwam voor op een lijst van "door Joden bewoonde panden" opgesteld na oktober 1941 met het doel de panden te ontruimen. Na de omntruiming van het pand St Annastraat 69 vestigde zich daar een zekere J. Menne. Vaak vestigden zich belangrijke NSB'ers in mooie onteigende Joodse panden. Of J. Menne NSB lid was is niet bekend.

Bronnen: Joods Monument; Oorlogsgravenstichting. zie blz 29-30 "Namen van werkkampen en tijdens de razzia opgepakte personen" zie ook "Nieuwe eigenaars", www.oorloginnijmegen.nl zie Ziekenlijst blz 7  www.oorloginnijmegen.nl lijst "door Joden bewoonde panden".

 

Persoongegevens

Overlijdensgegevens

Naam:
A.A. Gersons
Voornamen:
Adolf Abraham
Roepnaam:
Geslacht:
Man
Nationaliteit:
Nederlandse
Geloof:
Nederlands-Israelitisch
Beroep:
kledingfabrikant
Burgerlijke staat:
gehuwd
Adres:
Nijmegen, Sint-Annastraat 69
Woonplaats:
Nijmegen
 
Geboortedatum:
26-07-1886
Geboortedatum toevoeging:
Geboorteplaats:
Tilburg
Datum:
05-11-1942
Datum toevoeging:
Leeftijd:
56 jaar

Plaats:
Auschwitz (P)
Locatie:
Concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz
Begraafplaats:
[niet van toepassing]
Omstandigheid:
vergast/vermoord
 
Categorie:
Burgers: Joden
Dossiernummer:

Joodse werkkampen

De Joodse werkkampen werden ingesteld op basis van een op 10 oktober 1941 genomen besluit van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Van december 1941 tot en met augustus 1942 werden 42 onder de Rijksdienst voor de Werkverruiming ressorterende kampen ontruimd. Vanaf 10 januari 1942 vormden zij de "wachtkamer" van kamp Westerbork.

Mede door de maatregelen van de Duitse bezetter waren er in Nederland al in het begin van de Tweede Wereldoorlog veel Joodse werklozen. Reeds vroeg in de oorlog overwogen De Duitse autoriteiten overwogen deze werklozen over te brengen naar werkkampen. In totaal zijn er meer dan veertig van deze kampen ingericht. Nadat de bezetter alle Joden hun baan had ontnomen waren zij van dat bewind qua inkomen afhankelijk geworden. De Joodse Raad voor Amsterdam ging ermee akkoord werkloze Joden naar het noorden en oosten van Nederland te sturen.

In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. De eerste 2000 werden op 9 januari gekeurd en kwamen op 10 januari 1942 in een werkkamp aan. Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was, kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht. Bij de tewerkstelling van de Joden in de kampen heeft de arbeidsdienst bemiddeld. Het doel van de bezetter was mede het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden.

Uiteindelijk bleken de kampen doorgangskampen voor deportatie van deze Joden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens de laatste dag van Soekot of het Loofhuttenfeest, werden de Joden uit de meeste van deze kampen gehaald. Ze werden met het voorwendsel van gezinshereniging via kamp Westerbork naar vernietigingskampen vervoerd. Dit lot ondergingen 30 Nijmegenaren waarvan een aantal in Westerbork vrouw en kinderen aantroffen die 2 oktober tijdens de razzia die toen plaatsvond waren opgepakt.

Meer informatie: Joodse werkkampen; Oorlog in Nijmegen

De Joodse werkkampen werden ingesteld op basis van een op 10 oktober 1941 genomen besluit van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Van december 1941 tot en met augustus 1942 werden 42 onder de Rijksdienst voor de Werkverruiming ressorterende kampen ontruimd. Vanaf 10 januari 1942 vormden zij de "wachtkamer" van kamp Westerbork.

Mede door de maatregelen van de Duitse bezetter waren er in Nederland al in het begin van de Tweede Wereldoorlog veel Joodse werklozen. Reeds vroeg in de oorlog overwogen De Duitse autoriteiten overwogen deze werklozen over te brengen naar werkkampen. In totaal zijn er meer dan veertig van deze kampen ingericht. Nadat de bezetter alle Joden hun baan had ontnomen waren zij van dat bewind qua inkomen afhankelijk geworden. De Joodse Raad voor Amsterdam ging ermee akkoord werkloze Joden naar het noorden en oosten van Nederland te sturen.

In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. De eerste 2000 werden op 9 januari gekeurd en kwamen op 10 januari 1942 in een werkkamp aan. Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was, kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht. Bij de tewerkstelling van de Joden in de kampen heeft de arbeidsdienst bemiddeld. Het doel van de bezetter was mede het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden.

Uiteindelijk bleken de kampen doorgangskampen voor deportatie van deze Joden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens de laatste dag van Soekot of het Loofhuttenfeest, werden de Joden uit de meeste van deze kampen gehaald. Ze werden met het voorwendsel van gezinshereniging via kamp Westerbork naar vernietigingskampen vervoerd. Dit lot ondergingen 30 Nijmegenaren waarvan een aantal in Westerbork vrouw en kinderen aantroffen die 2 oktober tijdens de razzia die toen plaatsvond waren opgepakt.

Meer informatie: Joodse werkkampen; Oorlog in Nijmegen

Lees meer




Voor andere personen bij deze gebeurtenis kies:

Joodse werkkampen

Meer dan een naam dankzij u. Heeft u informatie over of foto’s van personen op deze site, stuur deze dan naar ons via contact.