Jan Duighuisen, zoon van Gerardus Rutgerus "Gerrit" Duighuisen en Catharina "Kaat" Verbeet, was het negende kind in het 13 kinderen tellende gezin op de boerderij aan de Vogelenzang in Overasselt.

Hij had op de Ambachtsschool in Nijmegen zijn opleiding tot huisschilder net voltooid. Twee dochters, Cathrien en Truus zaten op het internaat van de Ursulinen in Vught. Direct na de inval van de Duitsers haalde vader Duighuisen zijn dochters op omdat hij het thuis veiliger achtte dan op he internaat. Het gezin zat vooral in angst om de oudere broer Willy, die in het Nederlandse leger zat en krijgsgevangene was gemaakt. Later is hij veilig thuisgekomen. 

Op 28 september '44 fietste Jan met zijn broer Willy vanuit Overasselt, elk met een lege accu achterop, naar het klooster in Brakkenstein om  de accu's op te laten laden. Vlak voor de Scheidingsweg liet een Duits vliegtuig tijdens een luchtgevecht met een geallieerde jager een bom vallen. Jan werd dodelijk getroffen. Ook Betsy van de Berg (zie aldaar) verloor hierbij het leven.