Paul Drukker was een zoon van Marcus Alexander Maurits Drukker en van Marie Frederike Traub. Hij had drie broers, Louis, Joseph en  Albert en een zus, Marij Ernestine.

Paul Drukker vestigde zich opnieuw in Nijmegen op 08-08-1921,  komende vanuit Utrecht. Op de persoonskaart van Paul  komt de aantekening voor dat blijkens een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank van Arnhem, d.d. 21-09-1942, Paul Drukker nooit tot het Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap heeft behoord. Toch wordt hij opgepakt tijdens de grote razzia in Nijmegen van 17 november 1942 en de volgende dag naar Westerbork afgevoerd. Na enkele dagen mocht Paul Drukker het kamp alweer verlaten, hij was vrijgesteld voor het dragen van een Jodenster omdat hij lid was (geweest) van de NSB.

Vanaf 27 februari 1943 verbleef hij zeven weken in villa Bouchina in Doetinchem, samen met acht andere Joden die speciale bescherming genoten van Mussert en de NSB. Zij werden ondanks deze bescherming allen op 21-04-1943 gedeporteerd naar Theresienstadt. Drie van hen werden van daaruit op 06-09-1943 doorgevoerd naar Auschwitz.

Het pand St Annastraat 3 komt voor op de lijst van "door Joden bewoonde panden" van na oktober 1941 met de bedoeling om deze panden te ontruimen. Het bleef in de familie en na de oorlog was hierin vele jaren een winkel van verkoop van stijlvolle meubels onder de naam Maurits Drukker gevestigd.

Bronnen: OGS; www.geni.com; Joods monument; Boekhouding van een ondergang van Leo van den Munkhof en Willem Oosterbaan.

Voor meer gegevens, zie: Villa Bouchina; lijst van "door Joden bewoonde panden" op de website Oorloginnijmegen: Panden