1940
-
-
-
-
1941
-
-
-
-
1942
-
-
-
-
1943
-
-
-
-
1944
-
-
-
-
1945
-
-
-
-
> 1945
-
-
-
-

Jodenvervolging

10 januari - 3 oktober 1942

Gedenkplaat Kitty de Wijzeplaats

Wilhelm Cohen

 

Willem Cohen was een zoon van Hartog en Melanie Seraphina Cohen-Hoffmann. Willem vestigde zich op 12-01-1940 in Nijmegen, komende vanuit Tilburg. Hij was bedrijfsleider zeepfabriek. In de dertiger jaren woonde hij al drie keer eerder voor enige tijd in Nijmegen, meestal op het adres waar ook zijn moeder woonde.

In de oorlogsjaren woonde hij samen met zijn broer Jacob, zijn neefje Hartog en zijn moeder Melanie Cohen-Hoffmann op adres Willemsweg 83. Begin oktober 1942 wordt hij net als zijn broer Jakob en vermoedelijk ook zijn neef Hartog vanuit het Joodse werkkamp Hummelo overgebracht naar Westerbork. De deportatie naar Auschwitz van Wilhelm vindt plaats op 30 oktober 1942 met transport 32. Aan boord van deze trein waren 659 mensen, waarvan er 200 bij Kosel (80 km. van Auschwitz) uit moesten stappen om in een van de werkkampen in die omgeving ingezet te worden voor dwangarbeid. Waarschijnlijk was Wilhelm een van hen. 19 december 1942 werd hij in Nijmegen uit het bevolkingsregister afgevoerd. 30 juni 1943 overleed hij (volgens informatie van Oorloginnijmegen.nl) in het spoorwegkamp Schoppinitz (Szopienice). Hier werden voor de firma Haage spoorrails geproduceerd.

Bron: PK; Oorloginnijmegen Namenlijst Joodsmonument; collectie Bart Janssen; OGS ged.boek 8

 

Persoongegevens

Overlijdensgegevens

Naam:
W. Cohen
Voornamen:
Wilhelm
Roepnaam:
Willem
Geslacht:
Man
Nationaliteit:
Nederlandse
Geloof:
Nederlands-Israelitisch
Beroep:
chemisch zeepzieder
Burgerlijke staat:
ongehuwd
Adres:
Willemsweg 83
Woonplaats:
Nijmegen
 
Geboortedatum:
07-04-1901
Geboortedatum toevoeging:
Geboorteplaats:
Münster (D)
Datum:
30-06-1943
Datum toevoeging:
Leeftijd:
42 jaar

Plaats:
Auschwitz (P)
Locatie:
concentratiekamp Auschwitz
Begraafplaats:
Auschwitz
Omstandigheid:
vergast/vermoord
 
Categorie:
Burgers: Joden
Dossiernummer:

Joodse werkkampen

De Joodse werkkampen werden ingesteld op basis van een op 10 oktober 1941 genomen besluit van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Van december 1941 tot en met augustus 1942 werden 42 onder de Rijksdienst voor de Werkverruiming ressorterende kampen ontruimd. Vanaf 10 januari 1942 vormden zij de "wachtkamer" van kamp Westerbork.

Mede door de maatregelen van de Duitse bezetter waren er in Nederland al in het begin van de Tweede Wereldoorlog veel Joodse werklozen. Reeds vroeg in de oorlog overwogen De Duitse autoriteiten overwogen deze werklozen over te brengen naar werkkampen. In totaal zijn er meer dan veertig van deze kampen ingericht. Nadat de bezetter alle Joden hun baan had ontnomen waren zij van dat bewind qua inkomen afhankelijk geworden. De Joodse Raad voor Amsterdam ging ermee akkoord werkloze Joden naar het noorden en oosten van Nederland te sturen.

In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. De eerste 2000 werden op 9 januari gekeurd en kwamen op 10 januari 1942 in een werkkamp aan. Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was, kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht. Bij de tewerkstelling van de Joden in de kampen heeft de arbeidsdienst bemiddeld. Het doel van de bezetter was mede het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden.

Uiteindelijk bleken de kampen doorgangskampen voor deportatie van deze Joden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens de laatste dag van Soekot of het Loofhuttenfeest, werden de Joden uit de meeste van deze kampen gehaald. Ze werden met het voorwendsel van gezinshereniging via kamp Westerbork naar vernietigingskampen vervoerd. Dit lot ondergingen 30 Nijmegenaren waarvan een aantal in Westerbork vrouw en kinderen aantroffen die 2 oktober tijdens de razzia die toen plaatsvond waren opgepakt.

Meer informatie: Joodse werkkampen; Oorlog in Nijmegen

De Joodse werkkampen werden ingesteld op basis van een op 10 oktober 1941 genomen besluit van rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Van december 1941 tot en met augustus 1942 werden 42 onder de Rijksdienst voor de Werkverruiming ressorterende kampen ontruimd. Vanaf 10 januari 1942 vormden zij de "wachtkamer" van kamp Westerbork.

Mede door de maatregelen van de Duitse bezetter waren er in Nederland al in het begin van de Tweede Wereldoorlog veel Joodse werklozen. Reeds vroeg in de oorlog overwogen De Duitse autoriteiten overwogen deze werklozen over te brengen naar werkkampen. In totaal zijn er meer dan veertig van deze kampen ingericht. Nadat de bezetter alle Joden hun baan had ontnomen waren zij van dat bewind qua inkomen afhankelijk geworden. De Joodse Raad voor Amsterdam ging ermee akkoord werkloze Joden naar het noorden en oosten van Nederland te sturen.

In totaal zijn er ruim 5.200 zo werkloos gemaakte Joden overgebracht naar de werkkampen. De eerste 2000 werden op 9 januari gekeurd en kwamen op 10 januari 1942 in een werkkamp aan. Het werk dat zij moesten verrichten was onder andere spitten op de heide, aardappels rooien en wegen of paden aanleggen. Deze joodse werklozen verdienden twintig procent minder dan de andere werklozen. Omdat de grond bevroren was, kwam er in de eerste maanden weinig van werken terecht. Bij de tewerkstelling van de Joden in de kampen heeft de arbeidsdienst bemiddeld. Het doel van de bezetter was mede het isoleren van de joodse mannen van hun gezinnen, om zodoende deze groep gemakkelijker in de greep te houden.

Uiteindelijk bleken de kampen doorgangskampen voor deportatie van deze Joden. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, tijdens de laatste dag van Soekot of het Loofhuttenfeest, werden de Joden uit de meeste van deze kampen gehaald. Ze werden met het voorwendsel van gezinshereniging via kamp Westerbork naar vernietigingskampen vervoerd. Dit lot ondergingen 30 Nijmegenaren waarvan een aantal in Westerbork vrouw en kinderen aantroffen die 2 oktober tijdens de razzia die toen plaatsvond waren opgepakt.

Meer informatie: Joodse werkkampen; Oorlog in Nijmegen

Lees meer




Voor andere personen bij deze gebeurtenis kies:

Joodse werkkampen

Meer dan een naam dankzij u. Heeft u informatie over of foto’s van personen op deze site, stuur deze dan naar ons via contact.