Dientje van 13 en haar broertje Koos van 6 jaar waren kinderen van Piet en Anna Cillessen-Lenssen. Het gezin telde 11 kinderen. Piet dreef  een brandstoffenhandel annex transportbedrijf. Op zondag 17 september 1944 gierden er opeens vliegtuigen door de lucht. Bommen werden gegooid en huizen vlogen in brand. Moeder Anna  rende met de kinderen naar de schuilkelder die haar man Piet tussen de fruitbomen had gebouwd. Daar schuilden ze in deze onrustige tijd. Vader Piet had van de burgemeester de opdracht gekregen om de gaarkeukens en bakkerijen van kolen te voorzien. Maar het werd te gevaarlijk in Groesbeek en op 27 september  besloten de ouders met hun kinderen naar familie in Malden te vertrekken, ook al had dat gezin zelf ook al tien kinderen.

Dientje is op 6 oktober in Heumen bij beschietingen zwaar gewond geraakt en zoontje Koosje was daarbij even spoorloos. Kort daarop werd hij dood teruggevonden. Dientje overleed een maand later in het Canisiusziekenhuis in Nijmegen. Beide kinderen werden in Malden begraven. Het gezin van Piet en Anna kon niet in Malden blijven want bij de Maldense familie zouden soldaten worden ingekwartierd. Na veel omzwervingen kon het gezin oas in april 1945 weer naar Groesbeek terugkeren.