Piet van Beek trouwde met Helena (Leen) van Reeken en was vader van vijf kinderen.  In de zolderverdieping van hun huis had Piet een kleermakerij. Het huis was door een kleine laagbouw verbonden met de nabijgelegen pastorie van de St. Jozefkerk aan het Keizer Karelplein. Piet van Beek hielp Pater Timmers met het onderbrengen van onderduikers.  In 1944 had het gezin enige tijd zelf drie onderduikers in huis. De Duitsers kregen lucht van het verzetswerk van Pater Timmers en controleerden ook het huis van Piet van Beek. Door enige inventiviteit liep dat gelukkig goed af.

Op de hoek van de Annastraat en de Archipelstraat werden hij en vier anderen, onder wie Gerard Vekemans, op 26 september 1944 door granaatvuur dodelijk gewond. Zijn vrouw, Helena van Reeken, en dochter Ria waren ernstig gewond, maar herstelden. Volgens de overlijdensverklaring overleed Piet als gevolg van scherfwonden in het been voor het huis St Annastraat 165 (nabij de Archipelstraat).