Op de terugweg van het bombarderen van Düsseldorf te bombarderen als deel van het 218e squadron en een grote bombardementsvloot werd de Stirling-bommenwerper van gezagvoerder Laidlaw kort na middernacht op 7 augustus 1942 neergeschoten door een Duits jachtvliegtuig. Het toestel crashte op de westoever van de Maas in Kessel-Eik, enkele kilometers ten zuiden van Venlo. Vier van de zeven bemanningsleden verloren daarbij het leven, namelijk de Canadees A.L. Bachelder en de Britten L.W.A. Barnard, G.C. Cavanagh en H.P. Gardiner. De drie anderen wisten zich dankzij hun parachutes te redden, maar werden krijgsgevangen gemaakt. Dat waren de piloot Sgt Laidlaw, de Ierse radiotelegrafist Sgt David Maffett en verkenner Sergeant John Green. De lichamen van de gesneuvelde bemanningsleden werden eerst bijgezet op een tijdelijke militaire begraafplaats in Venlo. Na enkele jaren werden ze gezamenlijk herbegraven op de militaire begraafplaats Jonkerbos te Nijmegen.
Op de terugweg van het bombarderen van Düsseldorf te bombarderen als deel van het 218e squadron en een grote bombardementsvloot werd de Stirling-bommenwerper van gezagvoerder Laidlaw kort na middernacht op 7 augustus 1942 neergeschoten door een Duits jachtvliegtuig. Het toestel crashte op de westoever van de Maas in Kessel-Eik, enkele kilometers ten zuiden van Venlo. Vier van de zeven bemanningsleden verloren daarbij het leven, namelijk de Canadees A.L. Bachelder en de Britten L.W.A. Barnard, G.C. Cavanagh en H.P. Gardiner. De drie anderen wisten zich dankzij hun parachutes te redden, maar werden krijgsgevangen gemaakt. Dat waren de piloot Sgt Laidlaw, de Ierse radiotelegrafist Sgt David Maffett en verkenner Sergeant John Green. De lichamen van de gesneuvelde bemanningsleden werden eerst bijgezet op een tijdelijke militaire begraafplaats in Venlo. Na enkele jaren werden ze gezamenlijk herbegraven op de militaire begraafplaats Jonkerbos te Nijmegen.