Dachau
Bij Dachau, 20 km ten westen van München was een grootschalig concentratiekamp.
Op 20 maart 1933 nam het nazi-regime concentratiekamp Dachau in gebruik, vlakbij de gelijknamige plaats 20 kilometer ten westen van München. Het was niet eerste kamp, maar het was veel grootschaliger dan het concentratiekamp Oranienburg, dat acht dagen eerder werd geopend. De opzet was uitgedacht door Lagerkommandant Theodor Eicke, die later inspecteur werd voor alle concentratiekampen.
De eerste gevangenen waren communisten en sociaal-democraten, van wie er al in het eerste jaar tientallen stierven.
In totaal hebben ongeveer 200.000 mensen uit dertig landen in Dachau gevangen gezeten. Onder hen honderden Nederlanders, vooral communistische verzetsmensen. Ten minste 31.591 gevangenen zijn in Dachau gestorven, maar waarschijnlijk veel meer. Volgens de kamparchieven zijn 30.000 gevangenen vermoord, een aantal bij wrede medische experimenten. Andere stierven door de erbarmelijke omstandigheden. Vele tienduizenden werden vanuit Dachau naar vernietigingskampen gestuurd.
Van januari tot april 1945 werden er ruim 30.000 gevangenen vanuit andere kampen naar Dachau gebracht. Barakken voor 208 gevangenen moesten nu 1.600 of meer mensen herbergen. In deze vier maanden werd de dood van 13.158 gevangenen geregistreerd. Op 26 april begon voor bijna 7.000 gevangenen een ‘dodenmars’, weg van het front. Velen werden door de SS doodgeschoten of steirven door honger, kou en uitputting. De overlevenden werden begin mei door de Amerikanen bevrijd.
Het kamp zelf is op 29 april 1945 door het 7e Amerikaanse leger bevrijd. Tijdens hun opmars naar het kamp stuitten de soldaten op een goederentrein afkomstig uit Buchenwald met 2.000 lijken. Bij het crematorium lagen nog eens 3.000 doden.
Bron: Post uit de vergetelheid