Flossenbürg
In Flossenbürg en de werkkampen hebben in totaal circa 100.000 mensen vastgezeten, van wie er 30.000 tot 40.000 de terreur niet overleven.
Flossenbürg is in eerste instantie een gevangenis. In mei 1938 arriveren de eerste gevangenen: criminelen en politieke tegenstanders van de nazi’s. Zij moeten het kamp verder opbouwen. In de herfst van ’38 worden veel politieke gevangenen vanuit Dachau en Sachsenhausen naar Flossenbürg gebracht. In de kamphiërarchie krijgen de criminelen een bevoorrechte positie en vaak zijn zij als kapo’s willige handlangers van de SS-bewaking.
Na het begin van de oorlog wordt de gevangenis een concentratiekamp (met circa 100 werkkampen) vooral voor mensen uit de bezette gebieden in het oosten, maar ook voor Nederlanders, Belgen en Fransen.
In het hoofdkamp worden tegen het eind van de oorlog steeds meer gevangenen onder onbeschrijfelijke omstandigheden samengeperst. Zo arriveren er grote transporten uit Auschwitz, Buchenwald en andere kampen, die ontruimd worden omdat de geallieerde legers naderbij komen. Ook worden talrijke buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders naar Flossenbürg afgevoerd. Velen van hen worden geëxecuteerd. Dat lot treft ook een uit Berlijn overgebrachte groep Duitse militairen die tegen de nazi’s in verzet zijn gekomen.
In maart ’45 begint de ontruiming van Flossenbürg zelf. Duizenden gevangenen sterven tijdens dodenmarsen naar het zuiden door uitputting of geweld van de bewakers.
In Flossenbürg en de werkkampen hebben in totaal circa 100.000 mensen vastgezeten, van wie er 30.000 tot 40.000 de terreur niet overleven. Op 23 april 1945 wordt het kamp door de Amerikanen bevrijd.
Bron: Post uit de vergetelheid