Op 30 mei 1943 werd de Lancaster-bommenwerper EE123 van het 44e squadron van de RAF door een Duitse jachtvliegerr neergeschoten op de terugvlucht van een bombardement op een Duitse stad. 

 

In de nacht van 29 mei stegen van verschillende Engelse vliegvelden in totaal 719 vliegtuigen op voor een bombardement op het industriegebied en het oude stadscentrum van Wuppertal-Barmen. Vijf van de zes grootste industrieën werden vernield. Tijdens de terugvlucht werden ze boven Noord-Limburg aangevallen door Nachtjagdgeschwader 1 van de basis Venlo.

Ook de Lancaster werd getroffen door het jachtvliegtuig van Manfred Meurer en stortte neer. Zes bemanningsleden kwamen daarbij om, één Canadees,  Peter Grattan Holt, en vijf Britten, Raymond Stoddart, Harry Robinson, Walter Young, Ivor Tucker en Donald McColl. Ze zijn alle eerst tijdelijk ter plekke begraven en later naar Venlo gebracht. Na enkele jaren werden de stoffelijke resten overgebracht naar de Commenwealth Begraafplaats Jonkerbos te Nijmegen.

Er keerden 33 vliegtuigen niet terug op de Engelse basis. 

Door de Duitse nachtjagervloot zouden er 22 neergeschoten zijn. Zelf verloren de Duitsers vier vliegtuigen. Manfred Meurer zou er vier in de nacht van 29/30 mei neergehaald hebben.

 

In Castenray is een monument opgericht voor de slachtoffers van de Lancaster EE123 van het 44 Rhodesia Squadron.