April-Meistaking 1943
De groep-Fredericks stimuleerde en propageerde de april-meistaking in 1943.
De groep-Fredericks propageerde de april-meistaking in 1943, onder andere door het verspreiden van pamfletten en stakingsoproepen in Nijmegen. Anton Fredericks en de twee broers Van der Veer werden na hun arrestatie samen met Johannes van Oene uit Overijssel door het Hengelose Standgericht ter dood veroordeeld en in de bossen nabij Delden krachtens het standrecht dood geschoten. Opzettelijk werden hun lijken op een geheim gehouden plaats begraven om vrienden en familie in onzekerheid te laten. Hun lijken zijn nooit gevonden. Ongeveer dertig gijzelaars uit Nijmegen, onder wie tien van de Nyma en tien afdelingschefs van de papierfabriek Gelderland, hebben in het concentratiekamp Vught zes weken vastgezeten. In de nasleep van de staking zijn nog twee Nijmeegse slachtoffers te betreuren: Jan Roothaan, gegijzeld voor zijn ondergedoken broer Vic, en An Brendel-Jansen, gegijzeld voor haar ondergedoken man Egbert Brendel (die het water uit het met Duitse soldaten gevulde Sportfondsenbad had laten weglopen). Jan Roothaan overleed in het concentratiekamp Bergen-Belsen en An Brendel in het vrouwenkamp Ravensbrück.
Lit.: Joost Rosendaal, "Theo Dobbe en de Nijmeegse Knokploeg", Jaarboek Numaga 2008, p.53-58; Eric Theloosen over de april-mei stakingen in De Gelderlander 26 april tot 3 mei 1993 en 26 mei 1993