1940
-
-
-
-
1941
-
-
-
-
1942
-
-
-
-
1943
-
-
-
-
1944
-
-
-
-
1945
-
-
-
-
> 1945
-
-
-
-

Japanse bezetting van Nederlands-Indië

mei 1944-augustus 1945

Berend Wijers

 

Voor de oorlog woonde Berend Wijers met zijn vrouw in Bandoeng. Hij was als technicus werkzaam in de suiker. Hij dient in het leger als sergeant tweede klasse bij de infanterie, Landstorm afdeling Buitenzorg.

 

Tijdens zijn krijgsgevangenschap op Java is hij geïnterneerd in kamp I te Bandoeng. Hiervandaan wordt hij overgebracht naar het 10e bataljon kamp in Batavia. Berend wordt 14 mei 1944 in de haven van Tandjong Priok aan boord van de Chuka Maru geladen samen met 1614 Nederlandse en 310 Engelse krijgsgevangen om naar Padang op Sumatra te worden getransporteerd. Deze groep wordt aangeduid met Javatransport 21, het eerste transport van gevangenen voor inzet bij de aanleg van de Sumatra-spoorweg. Aan boord waren de omstandigheden slecht, er was veel kolenstof, de gevangenen kregen geen eten en het drinkwater was brak.

 

De Chuka Maru komt 17 mei 1944 aan in Padang, alwaar de gevangenen in de stromende regen worden ondergebracht in een controleurswoning, de gevangenis en in een leegstaande bioscoop. De volgende dag gaan alle krijgsgevangenen naar de gevangenis. Vanaf 19 mei worden de gevangenen in groepen van 500 man per trein overgebracht naar Pajakamboe om van daaruit per vrachtauto naar kamp I, Pakanbaroe aan de noordzijde van de spoorweg, te worden gebracht.

 

Berend wordt 20 augustus 1945 ziek gemeld en hij overlijdt 6 dagen later op 26 augustus 1945 aan parasitaire dysenterie in de ziekenboeg van kamp I (Modderlust) te Pakanbaroe. Misschien heeft hij nog meegekregen dat de Japanners daadwerkelijk op 15 augustus hebben gecapituleerd. Na geruchten daarover werd dit pas op 24 augustus 1945 officieel bekendgemaakt in kamp I.

 

Bronnen: Interneringskaart Nationaal Archief, Japansekrijgsgevangenkampen.nl en Eindstation Pakanbaroe van Henk Hovinga

 

Persoongegevens

Overlijdensgegevens

Naam:
B. Wijers
Voornamen:
Berend
Roepnaam:
Geslacht:
Man
Nationaliteit:
Nederlandse
Geloof:
-onbekend-
Beroep:
Ls.sergeant infanterie KNIL
Burgerlijke staat:
-onbekend-
Adres:
Woonplaats:
-Onbekend-
 
Geboortedatum:
16-07-1895
Geboortedatum toevoeging:
Geboorteplaats:
Nijmegen
Datum:
06-08-1945
Datum toevoeging:
Leeftijd:
50 jaar

Plaats:
Pakanbaroe(Ind.)
Locatie:
Begraafplaats:
Ned.ereveld Pandu, Bandung, VI-260
Omstandigheid:
-onbekend-
 
Categorie:
Militairen: Nederlands
Dossiernummer:
OGS

Aanleg Sumatraspoorlijn

De Sumatra-spoorweg moest een rail-verbinding geven tussen Noord-Sumatra (Medan) en Midden-Sumatra (Padang), nodig voor de Japanse oorlogvoering. De spoorlijn verbond Pakan Baroe (aan de noordzijde) met Moearo (aan de zuidzijde) en werd ongeveer 220 km lang. Er waren in totaal 14 kampen langs de spoorlijn, van waaruit het werk werd uitgevoerd. Tussen kamp 8 en 9 werd nog een zijspoor aangelegd naar een kolenmijn (kamp 14); tussen kamp 10 en 11 werd de aansluiting gemaakt tussen het noordelijke en het zuidelijke deel. De bouw van de spoorweg begon op 24 mei 1944, de spoorweg kwam gereed op 15-8-1945, toevallig precies de datum van de Japanse capitulatie.

 

De werkzaamheden werden eerst uitgevoerd door romusha’s. Vanaf maart 1943 werden naar schatting dertigduizend, in de meerderheid Javanen op transport gesteld met bestemming Pakanbaroe. Van hen bereikten 22.000 man de bestemming, 4.000 kwamen om aan boord van een schip dat getorpedeerd werd tussen Java en Singapore en nog eens circa 4.000 aan boord van de Junyo Maru. Tijdens de werkzaamheden tussen april 1943 en september 1945 was de tol van uitputting, ziektes voedselgebrek en de totale afwezigheid van enige medische verzorging 17.000 mensen. Slechts 5.000 van de in het totaal 30.000 Romusha’s haalden het einde van de oorlog.

 

Toen het project niet voldoende snel vorderde, werden krijgsgevangenen ingezet. Inclusief de 458 leden van Atjeh-Party die over land is gekomen, werden in het totaal 6.764 krijgsgevangen verscheept of op transport gesteld met bestemming Pakanbaroe. Tijdens het zeetransport kwamen 178 man om bij de torpedering van de Harugiki Maru (Zie voor Nijmeegse slachtoffers gebeurtenis "Japanse bezetting van Indië – 08 Transporten van krijgsgevangenen over zee")  en 1.620 gevangenen bij de ondergang van de Junyo Maru (Zie gebeurtenis "Japanse bezetting van Indië – 11 Junyo Maru getorpedeerd door Britse onderzeeër Tradewind"). In de kampen aan de spoorlijn vielen volgens de Oorlogsgravenstichting 519 Nederlandse krijgsgevangenen ten prooi aan ondervoeding, ziektes en ongevallen. Onder hen waren 4 mannen die banden met Nijmegen hadden.  

 

Bronnen: Japansekrijgsgevangenkampen.nl, Eindstation Pakan Baroe 1944-1945 geschreven door Henk Hovinga. 

De Sumatra-spoorweg moest een rail-verbinding geven tussen Noord-Sumatra (Medan) en Midden-Sumatra (Padang), nodig voor de Japanse oorlogvoering. De spoorlijn verbond Pakan Baroe (aan de noordzijde) met Moearo (aan de zuidzijde) en werd ongeveer 220 km lang. Er waren in totaal 14 kampen langs de spoorlijn, van waaruit het werk werd uitgevoerd. Tussen kamp 8 en 9 werd nog een zijspoor aangelegd naar een kolenmijn (kamp 14); tussen kamp 10 en 11 werd de aansluiting gemaakt tussen het noordelijke en het zuidelijke deel. De bouw van de spoorweg begon op 24 mei 1944, de spoorweg kwam gereed op 15-8-1945, toevallig precies de datum van de Japanse capitulatie.

 

De werkzaamheden werden eerst uitgevoerd door romusha’s. Vanaf maart 1943 werden naar schatting dertigduizend, in de meerderheid Javanen op transport gesteld met bestemming Pakanbaroe. Van hen bereikten 22.000 man de bestemming, 4.000 kwamen om aan boord van een schip dat getorpedeerd werd tussen Java en Singapore en nog eens circa 4.000 aan boord van de Junyo Maru. Tijdens de werkzaamheden tussen april 1943 en september 1945 was de tol van uitputting, ziektes voedselgebrek en de totale afwezigheid van enige medische verzorging 17.000 mensen. Slechts 5.000 van de in het totaal 30.000 Romusha’s haalden het einde van de oorlog.

 

Toen het project niet voldoende snel vorderde, werden krijgsgevangenen ingezet. Inclusief de 458 leden van Atjeh-Party die over land is gekomen, werden in het totaal 6.764 krijgsgevangen verscheept of op transport gesteld met bestemming Pakanbaroe. Tijdens het zeetransport kwamen 178 man om bij de torpedering van de Harugiki Maru (Zie voor Nijmeegse slachtoffers gebeurtenis "Japanse bezetting van Indië – 08 Transporten van krijgsgevangenen over zee")  en 1.620 gevangenen bij de ondergang van de Junyo Maru (Zie gebeurtenis "Japanse bezetting van Indië – 11 Junyo Maru getorpedeerd door Britse onderzeeër Tradewind"). In de kampen aan de spoorlijn vielen volgens de Oorlogsgravenstichting 519 Nederlandse krijgsgevangenen ten prooi aan ondervoeding, ziektes en ongevallen. Onder hen waren 4 mannen die banden met Nijmegen hadden.  

 

Bronnen: Japansekrijgsgevangenkampen.nl, Eindstation Pakan Baroe 1944-1945 geschreven door Henk Hovinga. 

Lees meer




Voor andere personen bij deze gebeurtenis kies:

Aanleg Sumatraspoorlijn

Meer dan een naam dankzij u. Heeft u informatie over of foto’s van personen op deze site, stuur deze dan naar ons via contact.