Slijter Co Verhoeven, gehuwd met An (J.M.C.) Boeracker, was vader van twee kinderen: zoon Henny en dochter Jet. Het huis annex slijterij in de St.-Jorisstraat is, zoals talrijke huizen in een corridor rondom het strategisch gelegen Valkhof (van daaruit bewaakten de Duitsers de Waalbrug), op maandag 18 september met opzet door leden van het Duitse leger in brand gestoken om aldus de geallieerde opmars zoveel mogelijk te kunnen weerstaan. De Duitse soldaten van de Frundsbergdivisie sloten daartoe eerst de bewoners in de kelder op en plunderden de winkel. Maar Co wist uit de kelder te ontsnappen en wilde eerst de situatie bekijken. Staande voor het zolderraam werd hij door een Nazi-Duitse sluipschutter met een kogel in zijn hoofd getroffen. Zijn vrouw en kinderen konden nog net het brandende huis ontvluchten. Dagen later vond zijn zoon Henny tussen de uitgebrande puinhopen de resten van zijn stoffelijk overschot. Vijf dagen na de brand werd Co begraven op het kerkhof van Brakkenstein. An Verhoeven-Boeracker heeft na de oorlog de slijterij voortgezet. Aldus het getuigenis van mw. C. Boeracker-Kwanten, de schoonzus van An Boeracker, zoals opgetekend door Alex Sliepenbeek, het kleinkind van haar zus Josina, op www.geni.com.  

Met dat getuigenis wordt de weergave zoals geciteerd in Joh.H.Eilander, Met de dood in de schoen... (Nijmegen 1984, p.18, zie ook p.66-67) onwaarschijnlijk. Eilander vermeldt namelijk dat volgens broeder Adelfus van het Broederhuis Kelfkensbosch de heer Verhoeven "zo onvoorzichtig [was] geweest om in de erker van zijn huis te gaan staan waarschijnlijk om de geallieerden te zien. De Duitsers ontdekten hem en schoten hem met erker en al omlaag."

Bronnen: PK; e-mail van Alex Sliepenbeek van 14 auugustus 2022; e-mail Jan Boerakker 2 juli 2008; 4 november 1944  rouwadvertentie in De Gelderlander: "noodlottig ongeval". Minder waarschijnlijk is de versie dat mr. Verhoeven, zwager van pater Boerakker S.S.S., "vorige week in de stad (Nijmegen) door een granaat [is]getroffen".  Zie: Nijmeegs Katern 10 (december 1996) 5, pagina 20.