De ouders van Jopie Sünnen  werkten als huisknecht en huishoudster bij de familie Zwanenberg in Oss. Daar zijn ze getrouwd en ook daar werd Jopie geboren.  Kort daarna verhuisde het gezin naar Nimegen, naar de Van Santstraat 67, Het huis stond bekend als "spookhuis"niemand wilde er wonen omdat er een  eeuwig onverklaarbaar getik te horen was.  Ook de gemeente wist daar geen raad mee. Later heeft de vader van Jopie, die op zolder een schoenmakerij was begonnen, ontdekt dat dat getik afkomstig was van een wekker van de buren die op een waterleiding stond.         

  Op 22 september liep vader Sünnen op het kazerneterrein om naar de melkboer te gaan. Twee Engelse soldaten waren daar in de buurt munitie aan het lossen. Een aantal handgranaten viel op de grond. Een soldaat hield een kistje voor de jongens om de opgeraapte handgranaten in terug te leggen. Plotseling klonk een enorme ontploffing. Jopie Sünnen kwam met vijf andere jongens (Piet Buitenhuis, Tonny Hoogveld, Gerry Nas, Willy Rappard en Wim Wouters)  en twee Britse soldaten om bij deze ontploffing van munitie op het terrein van de Krayenhoffkazerne  De vader van Jopie raakte zwaar gewond.

Het graf van Jopie is geruimd.

Bron: collectie Bart Janssen , en e-mail 28-3-2014 met foto; ook onder Buitenhuis en onder Roozeboom; PK; annonce De Gelderlander 26 okt. 1944; e-mail Peter van Schaik 18 sept.2010. Bart Janssen, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 blz 1169 ev