Harry of Henkje was een zoon van Johannes Theodorus en Martine Marie Spruijtenburg-van Ottele.  Het gezin telde vijf kinderen t.w. een dochter Marie en vier zonen Jan, Coen, Wil en Harry. Harry  was op een na de jongste. In de tweede helft van september 1944 werd het in de omgeving van de Tesselschadestraat zo onveilig dat heet gezin besloot te evacueren. Ze vertrokken lopend naar Wychen en daarna naar Hernen. Tenslotte vonden zij onderdak bij klompenmaker Berends in Bergharen.  Na zes weken  leek het rustiger te worden in Nijmegen en het gezin besloot terug te keren naar huis. Met een militaire wagen werden ze weer thuis gebracht. De kinderen hoorden dat in het missiehuis Bisschop Hamer Amerikanen gelegerd waren en de broers Jan, Harry en Coen  besloten op 29 oktober 1944 samen met wat vrienden te gaan kijken. Toen ze weer teruglieen hoorden ze een splinterbom aankomen. Een deel van het groepje kinderen liet zich achter een muurtje vallen. Jan, echter,  liep met Harry een eind voorop. Beiden werden getroffen. Harry overleed ter plaatse, op de hoek van de Thijmstraat en de Guido Gezellestraat.  Jan rende, met zijn lichaam vol splinters, naar huis om  hulp te halen.  Broer Coen overleefde ongedeerd het drama.

 Bron: collectie Bart Janssen + foto, ook s.v. Langenhuijsen; OSAN 19-30880; annonce De Gelderlander 30 okt. 44 "noodlottig ongeval"; e-mail René Spruijtenburg(neef,oomzegger) 20 febr. 2014 met bidprentje en foto..  PK  Bart Janssne, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 blz 1156 ev