Elisabeth Hanstein was een  dochter van Alexander Stephan Johan Hanstein (*Ütersen(D)21-5-1903) en  Wilhelmina Maria Grünholz (*Dortmund(D)20-5-1892; ook bekend onder achternaam Weist, Grunholz, Groenhout of Grunhout). Elisabeth werd evenals haar broer Albert Hanstein (* Venlo 25-9-1934) en het gehele gezin Hanstein-Grünholz van tien personen bij de zigeunerjacht op 16 mei 1944, door de Duitsers bevolen aan de  vijf gewestelijke politiepresidenten van Nederland, opgepakt op het woonwagenkamp Scheidijk in Helmond en op 19 mei  naar Auschwitz gedeporteerd met het 95ste treintransport uit Westerbork. In totaal werden 245 Sinti en Roma afgevoerd. Beide kinderen Elisabeth en Albert  zijn er op 3 aug 1944 vermoord, samen met hun moeder en haar schoondochter Maria Clémence Winterstein (*Antwerpen 4-11-1923). Elisabeth was wel in Nijmegen geboren, maar - zoals bij zovele zigeuners - is niet precies bekend waar  ze ergens verbleven tot hun arrestatie in Helmond. Albert was in 1934 in Venlo geboren. De andere kinderen zijn geboren in Helmond, Utrecht, Amersfoort en Roermond. Slechts één kind , Stephanus "Tata" (*Utrecht 13-9-1923) overleefde de Holocaust (zie boek Me hum Sinti van Jan Beckers , Den Haag 1980.) In Helmond is een gedenkplaat voor de fam. Hanstein in voorbereiding, te plaatsen in 2019.

Lit.: Guus Luijters, In Memoriam, p.766-770; Zoeklicht 2000 (geen Hanstein vermeld); e-mail Jolanda C.H. Bakker met uitvoerige info over de fam. Hanstein-Grünholz 12 jan. 2018(artikel volgt in Helmonds Heem in 2019 en op de site van BHIC= Brabants Historisch Informatie Centrum in Den Bosch)