De 20-jarige Ton Boer was de zoon van Pieter Boer en Jantje Atzema.  Ton had twee jongere broers, Albert en Jaap. Na het bombardement van 22 februari 1944 in de binnenstad heeft Ton dagenlang gehlopen met het terugvinden van (delen) van lichamen. Hij noteerde alle vondsten precies in zijn agenda.

Ook was hij lid van de Luchtbeschermingsdienst (LBD) en Rode Kruis medewerker.  Hij was dan ook duidelijk herkenbaar; toen hij op 18 september '44,  tijdens de gevechten tussen de Amerikanen en de Duitsers,   een gewonde Duitse militair te hulp wilde komen. Voor de ogen van zijn vader, arts op de post van de LBD, werd hij dodelijk getroffen door een kogel, waarschijnlijk door Duitse soldaten afgevuurd vanuit de Luxor bioscoop.  Hij stierf "als slachtoffer van zijn plicht als lid van de EHBO en den LBD ", aldus annonce De Gelderlander 25 sept.1944. Ton Boer lag tot het najaar 1969 begraven op Rustoord (R 265). Sindsdien is hij herbegraven op Ereveld Vredehof 11, Nijmegen.  Zijn naam staat vermeld op de plaquette in Den Haag voor de gevallenen van het Rode Kruis.