Henk Olde Hengel wordt in Hatert geboren als zoon van de politieman Gerhard Olde Hengel (overleden in 1925). Henk volgt de Ambachtsschool in Oldenzaal en gaat daarna aan de slag als machinebankwerker. In Nijmegen vervult hij zijn dienstplicht als dienstplichtig korporaal bij het 11e Regiment Infanterie. In maart 1939 gaat hij met groot verlof, maar vijf maanden later mobiliseert ons land. Henk verbindt zich dan als beroepsmilitair aan het Korps Politietroepen (PT). In 1940  krijgt korporaal Olde Hengel plaatsing bij de groep PT in Neerbosch. Op 14 maart 1940 wordt hij geplaatst bij het detachement PT van het 11e Grensbataljon, dat de Maas-Waalstelling moet verdedigen.

 

Op 10 mei 1940 vallen de Duitsers ook Nijmegen binnen en zijn detachement  blaast de bruggen in Weurt op tijd op, conform de opdracht. Henk trekt zich daarna met zijn eenheid terug en gaat in juli 1940 met groot verlof. Zoals vele oud-Politietroepers stapt ook Henk over naar de Marechaussee. Bij de grote politiereorganisatie van maart 1943 wordt hij wachtmeester der Staatspolitie en ingedeeld bij de 'Marechaussee (Gendarmerie)', Groep Rijssen. Vanuit Rijssen wordt hij samen met zijn collega Ton Bos gedetacheerd bij de Gemeentepolitie van Apeldoorn.

 

In Apeldoorn worden Henk Olde Hengel en zijn collega Ton Bos op 5 mei 1944 na verraad wegens het luisteren naar een Engelse radiozender op last van hun korpschef majoor De Buck (NSB-er, SS-er) aangehouden, en mede door toedoen van hun gewestelijke commandant, luitenant-kolonel Feenstra (NSB), opgesloten in Arnhem. Daar neemt de Ordnungspolizei de zaak over. Beide marechaussees worden ontslagen en via Kamp Amersfoort gedeporteerd naar het Arbeitserziehungslager in Lahde bij Minden (D). Daar worden ze mishandeld en als dwangarbeiders tewerkgesteld bij de bouw van een krachtcentrale. Henk, ziek en uitgeput, is, aldus het Arbeitsamt Minden, "am 14.8.44 um 17.30 Uhr im Lager Lahde am Phlegmones-Angina verstorben". Zijn graf bleef onbekend tot zijn zus Wilhelmina het graf in 1953 lokaliseerde in het nabijgelegen Bierde. De resten van Henk Olde Hengel zijn daarna herbegraven op het Ereveld in Loenen. Zijn collega Ton Bos heeft de oorlog overleefd.  Het verraad zou gepleegd zijn door ene Lientje die een relaie had met wachtmeester Oosterdijk. Zij was sympatiserend lid van de NSB.  Zie blz 935 Bart Janssen, Het verdriet van Nijmegen 1940-1945.